Regering-Duvieusart

De regering-Duvieusart (8 juni 1950 - 16 augustus 1950) was een Belgische regering. Het was een homogene katholieke regering.

Duvieusart
Regeringsleider Jean Duvieusart
Coalitie     CVP/PSC
Zetels Kamer108 van 212 (4 juni 1950)
PremierJean Duvieusart
Aantreden8 juni 1950
Einddatum16 augustus 1950
VoorgangerG. Eyskens I
OpvolgerPholien
Portaal    België

De regering was slechts voor een korte tijd aan de macht. Omdat de CVP/PSC een absolute meerderheid aan zetels had in de Kamer en de Senaat, kon een homogene regering worden samengesteld. De regering had af te rekenen met stakingen, betogingen en geweld naar aanleiding van de koningskwestie. Koning Leopold III was op 20 juli 1950 teruggekeerd uit zijn ballingschap in Zwitserland, maar op 10 augustus deed de koning troonsafstand ten voordele van zijn oudste zoon en kroonprins Boudewijn.

Ze volgde de regering-G. Eyskens I op na de verkiezingen van 4 juni 1950. De regering-G. Eyskens I had ontslag genomen omdat de Liberale Partij uit de regering was gestapt. Het werd opgevolgd door de regering-Pholien nadat het ontslag had genomen vanwege de gewelddadige protesten met doden door de terugkeer van koning Leopold III naar België.

Vorming

Verkiezingsuitslagen

De uitslag van de vervroegde verkiezingen van 4 juni 1950 gaf de CVP/PSC voor het eerst in 25 jaar de gelegenheid om een homogene regeringte vormen. Deze absolute meerderheid, zowel in de Kamer als in de Kamer en in de Senaat, betekende voor de partij de mogelijkheid om een einde te maken aan de institutionele crisis die het land sinds het einde van WOII verdeelde, waarbij alleen de katholieke partij voorstander was voor een terugkeer van koning Leopold III. In tegenstelling tot de socialisten, de communisten en de liberalen.

Regeringsformatie

Op 6 juni 1950 werd Jean Duvieusart, die als gematigd werd beschouwd, opgeroepen door de prins-regent Karel, die redelijk afstandelijk was tijdens de formatie. Door de afstandelijke houding van de prins-regent antwoordde de nieuwe premier dat de grondwettelijke werking van de Belgische instellingen er duidelijk op wees dat het ambt naar een lid van de CVP/PSC moest gaan en dat de terugkeer van de koning niet de verantwoordelijkheid was van zijn partij, maar van een parlementaire meerderheid.

De volgende dag, 7 juni, werd de lijst van ministers voorgesteld en aanvaard door Karel. De regering bestond uit 15 leden, inclusief de eerste minister. Alle ministers kwamen vanuit de katholieke partij.

De verklaring van de regering werd op 28 juni voor de Kamer en de Senaat voorgelezen. Het belangrijkste deel van de debatten betrof de kwestie van de terugkeer van de koning. De regering stelde vast dat er een einde moest komen aan de onmogelijkheid om te regeren. Het vertrouwen in het beleid van de regering werd met een broze meerderheid van 108 stemmen voor en 100 stemmen tegen, bij één onthouding op 30 juni in de Kamer, en met 90 stemmen voor en 83 stemmen tegen op 5 juli in de Senaat gestemd.

Samenstelling

De regering bestond uit 15 ministers. Alle ministers kwamen van de CVP/PSC.

Naam Partij Functie en bevoegdheden
Jean Duvieusart PSC/CVP Premier
Gaston Eyskens CVP/PSC Minister
Economische Zaken en Middenstand
Henri Carton de Wiart PSC/CVP Minister
Justitie
Paul van Zeeland PSC/CVP Minister
Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel
Albert de Vleeschauwer CVP/PSC Minister
Binnenlandse Zaken
Paul-Willem Segers CVP/PSC Minister
Verkeerswezen
Oscar Behogne PSC/CVP Minister
Arbeid en Sociale Voorzorg
Maurice Orban CVP/PSC Minister
Landbouw
Pierre Wigny PSC/CVP Minister
Koloniën
Henri Moreau de Melen PSC/CVP Minister
Landsverdediging
Jean van Houtte CVP/PSC Minister
Financiën
Albert Coppé CVP/PSC Minister
Openbare Werken
Pierre Harmel PSC/CVP Minister
Openbaar Onderwijs
Alfred de Taeye CVP/PSC Minister
Volksgezondheid en Gezin
André Dequae CVP/PSC Minister
Wederopbouw
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.