Gaston Eyskens

Gaston François Marie burggraaf Eyskens (Lier, 1 april 1905Leuven, 3 januari 1988) was christendemocratisch eerste minister van België in de periode tussen 1949 en 1972. Hij was de eerste regeringsleider die geboren was in de 20e eeuw.

Gaston Eyskens
Gaston Eyskens (1969)
Geboren1 april 1905
Lier
Overleden3 januari 1988
Leuven
Politieke partijCVP
PartnerGilberte Depetter
ReligieKatholiek
Premier van België
Aangetreden11 augustus 1949
Einde termijn8 juni 1950
VoorgangerPaul-Henri Spaak
OpvolgerJean Duvieusart
Premier van België
Aangetreden26 juni 1958
Einde termijn25 april 1961
VoorgangerAchille Van Acker
OpvolgerThéo Lefèvre
Premier van België
Aangetreden17 juni 1968
Einde termijn26 januari 1973
VoorgangerPaul Vanden Boeynants
OpvolgerEdmond Leburton
Portaal    Politiek

Familie

Eyskens was de zoon van de handelsreiziger Antonius Franciscus Eyskens (1875-1948) en Maria Voeten (1872-1960). Hij trouwde in 1931 met Gilberte Depetter (1902-1981), dochter van de schepen van Leuven Emile De Petter (1868-1923). Ze kregen twee zonen, Mark Eyskens, hoogleraar en eveneens gewezen eerste minister en Erik Eyskens (Leuven 20 juli 1935 - Antwerpen 31 augustus 2008), chirurg en hoogleraar.

Op 18 september 1973 werd Eyskens in de erfelijke adelstand opgenomen, met de titel van burggraaf, overdraagbaar op de oudst geborene erfgenaam. Hij nam als wapenspreuk Voor 't volk.

Academische loopbaan

Eyskens studeerde af aan de Katholieke Universiteit Leuven, in 1930 als doctor in de handelswetenschappen en in 1931 als licentiaat in de politieke en sociale wetenschappen. In 1927 behaalde hij een Master of Science aan de Columbia Universiteit in New York.

Eyskens doceerde van 1931 tot 1975 zelf aan de Katholieke Universiteit Leuven en in 1934 werd hij gewoon hoogleraar. Van 1966 tot 1967 was hij ook decaan van de Faculteit economische en sociale wetenschappen van de KU Leuven en was hij van 1956 tot 1975 voorzitter van het Centrum voor Economische Studies. Hij was ook lid van de Algemene Raad van de KU Leuven. Eveneens was hij van 1954 tot 1962 beheerder van de Universiteit Lovanium in Leopoldstad (Kinshasa). Daarnaast was hij van 1930 tot 1933 docent aan de Sociale Hogeschool van Heverlee, van 1957 tot 1959 aan de KU Leuven docent aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte, de School voor Politieke en Sociale Wetenschappen en aan de Speciale Scholen voor ingenieurs.

De inbreng van Eyskens in het economische denken situeerde zich voornamelijk in het bestuderen en promoveren van streekeconomische problemen en oplossingen.

Hij ontving academische eretitels, zoals onder meer:

Politieke loopbaan

Tijdens zijn studies aan de KU Leuven was Eyskens lid van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond. Tijdens zijn academische loopbaan was hij van bij de oprichting lid van de commissie die de vernederlandsing van de colleges aan de Leuvense universiteit doorvoerde. Ook was hij actief in flamingantische organisaties zoals het Davidsfonds, het Vlaams Economisch Verbond en de Katholieke Vlaamsche Landsbond. Samen met andere Leuvense hoogleraren maakte Eyskens eveneens deel uit van de groep Nieuw Vlaanderen en van de redactieraad die het gelijknamige weekblad Nieuw Vlaanderen uitgaf, dat vanaf 1934 verscheen.

Van 1932 tot 1936 en van 1939 tot 1972 was Eyskens de voorzitter van de ACW-afdeling van het arrondissement Leuven en hij was eveneens lid van het nationaal hoofdbestuur van de organisatie. Via het ACW verzeilde hij in de Katholieke Partij. Van 1934 tot 1935 was Eyskens kabinetschef bij de ministers Edmond Rubbens en Philip Van Isacker.

Hij werd actief in de Katholieke Vlaamse Volkspartij, de Vlaamse afdeling van de Katholieke Partij, en was medeonderhandelaar en ondertekenaar van het beginselakkoord dat het KVV in oktober 1936 sloot met het VNV. Dit akkoord bleef echter zonder gevolgen wegens het verzet van de kerk en het ACW. Nadat Eyskens een spreekverbod kreeg op politieke vergaderingen, trok hij zich terug uit de redactieraad van Nieuw Vlaanderen en uit de bestuursorganen van het ACW en de Katholieke Partij.[1]

In 1939 werd Eyskens voor het arrondissement Leuven verkozen in de Kamer van volksvertegenwoordigers, een functie die hij uitoefende tot in 1965. Daarna was hij van 1965 tot 1973 senator voor het arrondissement Leuven. Op het einde van zijn politieke carrière, in de periode december 1971-juni 1973, had hij als gevolg van het toen bestaande dubbelmandaat ook zitting in de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap, die op 7 december 1971 werd geïnstalleerd en de verre voorloper is van het Vlaams Parlement.

Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vluchtte Eyskens met zijn gezin naar Frankrijk, waar hij deelnam aan de parlementaire vergadering in Limoges, die de houding van koning Leopold III in de oorlog afkeurde. In september 1940 keerde hij terug naar Leuven. Na een korte schorsing door de Duitse bezetter kon Eyskens zijn academische activiteiten verderzetten.

Ministeriële loopbaan

Na de Bevrijding begon hij een lange ministeriële loopbaan als afgevaardigde van de CVP. Van februari tot augustus 1945 was hij minister van Financiën in de Regering-Van Acker I, een functie die hij van maart 1947 tot augustus 1949 ook uitoefende in de Regering-Spaak III en de Regering-Spaak IV.

Premier

In augustus 1949 vormde hij samen met de liberalen zijn eerste regering, die de Belgische frank devalueerde en een volksraadpleging over de terugkeer van koning Leopold III organiseerde. Dit raadgevende referendum bracht echter geen oplossing en in maart 1950 nam Eyskens ontslag als eerste minister. In de daaropvolgende Regering-Duvieusart was hij van juni tot augustus 1950 minister van Economische Zaken. Onder Duvieusart vond de ontknoping van de Koningskwestie plaats. Eyskens werd door zijn partij medeverantwoordelijk gehouden voor de troonsafstand van Leopold III, waarna hij besloot om de regering te verlaten.

In december 1952 maakte Eyskens zijn politieke comeback als voorzitter van de CVP-Kamerfractie, wat hij bleef tot in 1958. Als fractieleider pleitte hij voor een regionale economische politiek. Na de verkiezingen van juni 1958 werd Eyskens opnieuw eerste minister, ditmaal tot in april 1961. Eerst leidde hij tot in november 1958 de Regering-G. Eyskens II, een CVP-minderheidsregering, en daarna van november 1958 tot september 1960 de Regering-G. Eyskens III en van september 1960 tot april 1961 Regering-G. Eyskens IV, twee coalitieregeringen van de CVP en de liberalen.

Tweede periode als premier

Tijdens zijn tweede periode als premier kreeg Eyskens de kans om zijn ideeën over regionale economie om te zetten in een wettelijk kader. De expansiewetten van 1959 lagen mee aan de basis van de hoge economische groei en de algemene welvaartsverhoging tijdens de jaren 1960, vooral in Vlaanderen. Eerder had hij in november 1958 met het schoolpact een einde gemaakt aan de reeds jaren aanslepende onderwijskwestie. Onder zijn premierschap werd in juni 1960 eveneens de onafhankelijkheid verleend aan Belgisch-Congo. Ook gaf hij aandacht aan de sanering van de overheidsfinanciën. Hij werkte een reeks maatregelen uit die gebundeld werden in de zogenaamde Eenheidswet. Dit leidde in de winter van 1960-1961 tot een wekenlange staking, voornamelijk in Wallonië. Onenigheid tussen de liberalen en de CVP over de uitvoering van de Eenheidswet leidden in maart 1961 tot nieuwe verkiezingen. Na de vorming van de Regering-Lefèvre in april 1961 verliet Eyskens de regering.

Eyskens stond kritisch tegenover de taalwetgeving die de Regering-Lefèvre in 1962-1963 realiseerde. Hij verzette zich tegen de taalpariteit onder de hoge ambtenaren en tegen de invoering van faciliteiten in een aantal Brusselse randgemeenten. Eerder onverwachts werd Eyskens in juli 1965 een derde maal minister van Financiën in de Regering-Harmel, wat hij bleef tot in maart 1966. Inmiddels was hij in 1963 door koning Boudewijn tot minister van Staat benoemd.

Derde periode als premier

In juni 1968 werd hij opnieuw premier. De Regering-G. Eyskens V was een coalitie van de CVP en de BSP. In december 1970 voerde deze regering de Eerste Staatshervorming door, die een einde maakte aan de unitaire Belgische staat. Vanaf toen werd België een geregionaliseerde eenheidsstaat met cultuurgemeenschappen en gewesten. In januari 1972 vormde hij de Regering-G. Eyskens VI. Onder deze regering werd het Cultuurpact goedgekeurd. Omdat Eyskens er echter niet in slaagde om overeenstemming te vinden over de statuut van de zes Voergemeenten, nam hij in november 1972 ontslag als premier. Hij bleef nog aan tot in januari 1973, toen Edmond Leburton hem opvolgde. Enkele maanden later, in juni 1973, zei Eyskens de actieve politiek vaarwel.

Andere activiteiten

Tijdens zijn leven bekleedde Eyskens, buiten zijn politieke activiteiten, talrijke functies (bezoldigd of honorair), zoals:

  • van 1936 tot 1945 commissaris-revisor, van 1973 tot 1974 beheerder en van 1974 tot 1981 voorzitter van de Kredietbank, tegenwoordig een onderdeel van de KBC;
  • bestuurslid van de Belgische Vereniging voor de Volkenbond van 1931 tot 1940;
  • van 1935 tot 1937 beheerder en van 1937 tot 1940 lid van de raad van advies en controle van de Nationale Delcrederedienst;
  • commissaris van de Antwerpse Diamantbank van 1937 tot 1945;
  • voorzitter en van 1937 tot 1952 beheerder van het VEV in het arrondissement Leuven;
  • ondervoorzitter van de Nationale Commissie voor de Economische Ontwikkeling van Belgisch Kongo en Ruanda-Urundi van 1955 tot 1958;
  • vanaf 1955 lid en vanaf 1962 directeur van de Klasse der Letteren van de Koninklijke Academie voor wetenschappen, letteren en schone kunsten van België;
  • van 1936 tot 1937 regeringscommissaris voor de contingenteringen van in- en uitvoer;
  • lid van de Hoge Raad van Financiën van 1936 tot 1940;
  • ondervoorzitter van de Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties vanaf 1951;
  • gouverneur van de Wereldbank (Washington) van 1947 tot 1949 en van 1965 tot 1966;
  • gouverneur van de Europese Investeringsbank;
  • voorzitter van de raad van beheer van het Frans Van Cauwelaertfonds van 1960 tot 1986;
  • voorzitter van de Subcommissie voor de Betrekkingen met het Jodendom van de Nationale Oecumenische Commissie van 1968 tot 1974.
  • voorzitter en tot 1987 erevoorzitter van de Vereniging voor Economie;
  • beheerder van het Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen.

Publicaties

  • Het laatste gesprek. Herinneringen aan veertig jaar politiek leven. Een interview met Jozef Smits, Amsterdam - Antwerpen, 1988.
  • De Memoires, Tielt, 1993

Literatuur

  • L. VAN HAEREN, M. Gaston Eyskens, Professeur à l'Université de Louvain, Ministre des Finances, in: Le Face à Main, 24 januari 1945.
  • J. HISLAIRE, Gaston Eyskens, le scepticisme qui soulève les montagnes, 1971
  • Paul VAN MOLLE, Het Belgisch Parlement, 1894-1972, Antwerpen, 1972.
  • Liber amicorum Gaston Eyskens, 1975
  • G. DURANT, Minister van Staat Gaston Eyskens, een biografie, 1983.
  • J.-C. RICQUIER, Le vicomte Eyskens, souvenirs et commentaires, 1984.
  • John VAN WATERSCHOOT, In de tent van de veldheer. Een visie op de veldheer, 1993.
  • Robert VANDEPUTTE, Burggraaf Gaston Eyskens, in: Mededelingen en academische analecta, 1988
  • Vincent DUJARDIN, Gaston Eyskens , tussen koning en regent, 1995
  • Jozef SMITS, Gaston Eyskens, in: Nationaal Biografisch Woordenboek, Deel XV, 1996, 223-243.
  • Lode WILS, De aanloopperiode van Gaston Eyskens, in: Wetenschappelijke Tijdingen, 1994, blz. 123-130.
  • Jozef SMITS, Gaston Eyskens, in: Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, Tielt, 1998.

Trivia

  • In de stripreeks Nero (strip) door Marc Sleen heeft Eyskens in het album "De Dolle Dina's" (1970) een cameo (strook 5-7). Zijn auto heeft op zeker moment een lekke band en zijn chauffeur raadt hem aan per fiets naar een vergadering te rijden. Eyskens doet dit, maar rijdt per ongeluk tegen een vechtende Nero en Tuizentfloot aan. Zijn fiets is nu helemaal naar de knoppen en kwaad roept hij: "Ik protesteer: jullie kunnen niet zomaar een regering ten val brengen!".
  • In de satirische strip "Pest in 't Paleis" (1983) door Guido van Meir en Jan Bosschaert werd Eyskens samen met Mark Eyskens geparodieerd als "de familie Excus, alchemisten van vader op zoon."
  • In 2005 werd hij genomineerd voor de titel van De Grootste Belg. Hij eindigde op nr. 67. in de Vlaamse versie en op nr. 89 in de Franstalige versie.
Voorganger:
Paul-Henri Spaak
Eerste minister van België
Eyskens I (1949-1950)
Opvolger:
Jean Duvieusart
Voorganger:
Achille Van Acker
Eerste minister van België
Eyskens II, Eyskens III en Eyskens IV (1958-1961)
Opvolger:
Théo Lefèvre
Voorganger:
Paul Vanden Boeynants
Eerste minister van België
Eyskens V en Eyskens VI (1968-1973)
Opvolger:
Edmond Leburton
Voorganger:
Camille Gutt
Minister van Financiën
1945
Opvolger:
Franz de Voghel
Voorganger:
Jean Vauthier
Minister van Financiën
1947-1949
Opvolger:
Henri Liebaert
Voorganger:
Jean Duvieusart
Minister van Economische Zaken
1950
Opvolger:
Albert Coppé
Voorganger:
André Dequae
Minister van Financiën
1965-1966
Opvolger:
Robert Henrion
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.