Guyana

Guyana, officieel de Coöperatieve Republiek Guyana, is een land in het noorden van Zuid-Amerika, dat grenst aan Suriname, Brazilië en Venezuela. Guyana heeft grensgeschillen met Suriname en met Venezuela.

Co-operative Republic of Guyana
(Details) (Details)
Basisgegevens
Officiële landstaalEngels
HoofdstadGeorgetown
RegeringsvormRepubliek
StaatshoofdDavid Granger
Religiechristelijk 50%, hindoeïstisch 35%, islamitisch 10%
Oppervlakte214.969 km² [1] (8,4% water)
Inwoners747.884 (2012)[2]
737.718 (2017)[3] (3,4/km² (2017))
Overige
VolksliedDear Land of Guyana, of Rivers and Plains
MunteenheidGuyaanse dollar (GYD)
UTC−4
Nationale feestdag23 februari
Web | Code | Tel..gy | GUY | 592
Voorgaande staten
 Brits-Guiana
 Guyana (1966-1970)
1966 (onafhankelijkheid)
1970 (uitroeping van de republiek)
Portaal    Landen & Volken

Geschiedenis

Monument van de slavenopstand in 1763

Het huidige land Guyana is in feite onderdeel van een groter gebied dat ook Guyana (of Guiana) werd genoemd - naar het Indiaans voor "land van vele wateren", en zich uitstrekte tot in Venezuela en Brazilië. Het huidige Guyana bestond in de 17e eeuw en 18e eeuw uit de vier Nederlandse koloniën Pomeroon, Essequibo, Demerara en Berbice. In 1763 kwamen de slaven van de kolonie Berbice onder leiding van de slaaf Cuffy in opstand in de slavenopstand van Berbice. Cuffy is een nationale held van Guyana. Na de napoleontische oorlogen werden de Nederlandse koloniën bij het Congres van Wenen in 1815 officieel overgedragen aan het Verenigd Koninkrijk, met de Corantijn als nieuwe grensrivier met Suriname dat een Nederlandse kolonie bleef. De voormalige Nederlandse koloniën werden in 1831 samengevoegd tot Brits Guiana bestuurd uit Georgetown. Op 1 augustus 1834 werd de slavernij afgeschaft, negentwintig jaar voor Suriname.

Net als in Suriname, had de afschaffing van de slavernij in Guyana grote gevolgen. Deze leidde onder andere tot immigratie van veel contractarbeiders uit India die werk verrichtten op de suikerrietplantages. De voormalige Afrikaanse slaven trokken veelal naar de steden. Deze etnisch-culturele scheiding bestaat nog steeds en zorgt voor een turbulente politieke situatie.

Na de Tweede Wereldoorlog werd de People's Progressive Party (PPP) opgericht door de hindoe-tandarts Cheddi Jagan. In 1953 was Jagan zes maanden premier, maar moest, toen hij arbeidswetgeving wilde moderniseren, onder druk van de Britse autoriteiten aftreden. De Britse gouverneur, Sir Alfred Savage, verbood de jeugdafdeling van de PPP en stelde Cheddi Jagan tot 1957 onder huisarrest, vanwege zogenaamde "communistische activiteiten."

De PPP was bedoeld als multi-etnische partij, maar in 1957 scheidde de Afro-Guyaanse Forbes Burnham zich van de PPP af en richtte het People's National Congress (PNC) op.

In 1957 werd Jagan opnieuw minister-president en bleef aan tot 1964. Hoewel hij de verkiezingen van dat jaar won, gaf gouverneur Sir Richard Luyt de formatie-opdracht aan Forbes Burnham van de PNC die een regering vormde met een kleine conservatieve, blanke partij.

Op 26 mei 1966 werd Guyana een onafhankelijke staat binnen het Britse gemenebest, met de Britse koningin Elizabeth II als staatshoofd. Op 23 februari 1970 verklaarde premier Burnham Guyana tot een coöperatieve republiek. Burnham benadrukte het niet-gebonden karakter van de republiek en zijn streven om van het land een socialistische staat te maken. In de jaren '70 probeerde Forbes Burnham Guyana minder afhankelijk te maken van de Verenigde Staten, en hiervoor zocht hij toenadering tot de Sovjet-Unie en Cuba.

In 1978 was Guyana wereldnieuws door het bloedbad in Jonestown. Sekteleider Jim Jones van de Peoples Temple gaf zijn volgelingen opdracht om collectief zelfmoord te plegen na de moord op de Amerikaanse senator Leo Ryan.

De betrekkingen tussen de PNC-regering en de andere partijen, de Progressive People's Party van Jagan en de Working People's Alliance van Walter Rodney waren eind jaren zeventig en begin jaren tachtig bijzonder slecht. In 1979 werd de jezuïet en kritische journalist Bernard Darke vermoord. De oppositie wees met beschuldigende vinger naar de regering die zij tevens beschuldigden van schendingen van de mensenrechten.

In 1980 werd een nieuwe grondwet aangenomen waarbij het ambt van premier qua macht werd ingeperkt en het uitvoerend presidentschap werd ingevoerd. Forbes Burnham werd nu president. In 1985 overleed Forbes Burnham en werd als president opgevolgd door Desmond Hoyte, tot dan toe premier. In december 1985 werd Hoyte tot president gekozen. In 1987 verklaarde hij dat de PNC geen marxistische partij was, maar een sociaaldemocratische partij. Sindsdien voerde hij een gematigde koers.

In 1992 werden de eerste vrije en eerlijke presidentsverkiezingen gehouden. Deze werden gewonnen door Cheddi Jagan, de voorzitter van de PPP. Deze keuze wekte veel beroering bij PNC-militanten die voor rellen zorgden in de hoofdstad Georgetown. Jagan voerde een economisch beleid gebaseerd op vrijemarktprincipes. Jagan overleed in 1997. Premier Samuel Hinds volgde hem als interim-president en in december 1997 werd Janet Jagan, de weduwe van Cheddi Jagan, een geboren Amerikaanse, tot president gekozen. In augustus 1999 trad Janet Jagan om gezondheidsredenen af en werd Bharrat Jagdeo tot president gekozen.

Op 19 maart 2001 werd Bharrat Jagdeo tot president van de republiek herkozen.

In 2004 was er sprake van een ernstige politieke crisis toen een boer, George Bacchus zei bewijs te hebben dat minister van Binnenlandse Zaken Ronald Gajraj, betrokken zou zijn geweest bij de moord op 400 mensen. President Jagdeo schoof de beschuldigingen ter zijde, terwijl de oppositionele PNC een onderzoek eiste. Op 24 juni 2004 werd Bacchus die als kroongetuige optrad in de rechtszaak in zijn slaap vermoord[4].

Grensgeschillen met Venezuela

Het land heeft een geschil met Venezuela over de loop van de grens. In de 19e eeuw had Venezuela al een dispuut met de koloniale heersers. De Britten huurden in 1835 de van oorsprong Duitse ontdekkingsreiziger Robert Schomburgk in om de grens vast te leggen, de zogenaamde Schomburgk-lijn.[5] Een oorlog dreigde maar in 1905 kwam een overeenstemming tot stand na internationale bemiddeling.[5] In 2015 werd olie aangetoond voor de kust van Guyana en Venezuela heropende het grensconflict. Het legde eerst een claim op Essequibo, het oostelijke grensgebied van Guyana ter grootte van ongeveer 80.000 km2, en eiste vervolgens een groot deel van het kustwater waarmee Guyana bijna volledig van de zee zou worden afgesloten.[5] De claims leidde tot spanningen en beide landen hebben militaire oefeningen gehouden om hun positie kracht bij te zetten.[5]

Grensgeschillen met Suriname

Tussen de rivieren de Nieuwe rivier of Boven-Corantijn en de Coeroeni/Koetari ligt het Tigri-gebied dat door Guyana en Suriname wordt betwist. In 1969 viel Guyana het gebied binnen. Toen de Nederlandse regering weigerde de TRIS in te zetten, stuurde Suriname politieambtenaren naar het gebied die echter door Guyana werden verjaagd. Sindsdien wordt het Tigri-gebied vanuit Guyana bestuurd.

Ook de benedenloop en monding van de Corantijn werden betwist. Suriname beschouwde de linkeroever van de Corantijn als grens, terwijl Guyana het midden van de rivier als grens beschouwde. Een oplossing van dit laatste geschil werd urgent door olievondsten in de monding van de Corantijn. In 2000 werd een boorplatform, dat door de Canadese oliemaatschappij CGX werd gebruikt, door Surinaamse schepen weggesleept. Op 25 februari 2004 begon de regering van Guyana een geschillenprocedure en in de loop van 2006 werd het geschil voorgelegd aan het Internationaal Zeerechttribunaal (ITLOS) in Hamburg. Op 20 september 2007 stelde een commissie van het Permanent Hof van Arbitrage de jarenlang betwiste maritieme grens tussen Guyana en Suriname vast. De jurisdictie over de monding van de Corantijn en de wateren ten oosten van een lijn in een hoek van 10° ten opzichte van de kust werden aan Suriname toegewezen.

Geografie

Kaart van Guyana (CIA)
(Betwist gebied weergegeven als behorend tot Guyana.)

Bestuurlijke indeling

Guyana is ingedeeld in tien regio's.

Bevolking

Spreiding bevolking (2005)

In 1960 telde Guyana zo'n 560.000 inwoners. Tot 1975 nam deze nog toe naar 750.000, maar nadien is deze stabiel en schommelt al lange tijd rond dit niveau. Het geboorteoverschot is beperkt en door emigratie neemt het aantal inwoners licht af. Van de bevolking woont iets minder dan 30% in de steden.

Volkstellingsjaar191119311946196019701980199120022012
Inwoners [6]296.041310.933375.071560.330701.718759.567723.673751.223746.955

De Guyanezen bestaan uit meerdere volksgroepen. De twee meest dominante etnische groepen zijn de afstammelingen van Afrikaanse slaven (30,2%) en de Hindoestanen, afstammelingen van contractarbeiders uit Brits-Indië (43,5%). Verder leven er ook een aantal Indianen (9,1%). De rest van de bevolking bestaat uit mensen van gemengde afkomst.

De grootste religie in Guyana is het christendom (met name het protestantisme), gevolgd door het hindoeïsme. De islam heeft een kleinere groep aanhangers.

Het Engels is de officiële taal. Het Guyanees Creools, een Engelse creoolse taal, wordt echter het meest gesproken.

De levensverwachting bij geboorte was in 1960 60,3 jaar en dit is gestegen naar 66,5 jaar in 2015.

Politiek

De politiek in Guyana vindt plaats in een kader van een semipresidentiële representatieve democratische republiek, waarbij de president van Guyana regeringsleider is, en van een meerpartijenstelsel. De uitvoerende macht valt onder de verantwoordelijkheid van de overheid. De wetgevende macht berust bij zowel de overheid als de Nationale Assemblee van Guyana.

Historisch is de politiek een bron van spanning in het land, en er zijn vaak gewelddadige rellen uitgebroken tijdens de verkiezingen. Tijdens de jaren 1970 en 1980 werd het politieke landschap gedomineerd door de People's National Congress.

In 1992 werden de eerste 'vrije en eerlijke' verkiezingen gehouden onder toezicht van de Verenigde Staten, en de People's Progressive Party leidde vervolgens het land tot aan de verkiezingen van 2015. De twee partijen zijn voornamelijk georganiseerd langs etnische lijnen. De partijen botsen vaak op kwesties in verband met de toewijzing van middelen.

Economie

De economische ontwikkeling van Guyana maakte een duidelijke ommekeer ten goede aan het begin van de jaren negentig. Na een decennium met lage economische groei, hoge inflatie en grote tekorten op de lopende rekening begon een periode van hoge economische groei die tot 1998 duurde. De financiële situatie verbeterde aanzienlijk, de inflatie daalde en de handelsbalans verbeterde al blijft deze structureel een tekort tonen. In 2006 en 2007 viel de hoge economische groei samen met een forse reductie van de netto staatsschuld, die halveerde als percentage van het bruto binnenlands product (bbp).

Jaar[7] BBP
(in miljarden US$)
BBP per hoofd
(in US$)
BBP per hoofd
(in US$, PPP)
Reële groei
(% mut JoJ)
Inflatie
(% mut JoJ)
Saldo overheids-
begroting
(in % BBP)
Netto staatsschuld
(in % BBP)
Saldo lopende rekeningen
(in % BBP)
19800,567401690-2,1%14,1%-27,5%
19900,659061915-3,0%64,3%-24,7%
20001,1215143676-1,3%6,1%-3,0%110,3%-6,0%
20051,3117664223-1,9%6,9%-8,5%103,8%-7,4%
20102,26300456694,4%4,3%-2,7%50,2%-8,4%
20153,18415175333,1%-0,9%-1,2%45,5%-5,1%

In 2017 was het bruto binnenlands product van Guyana US$ 3561 miljoen, per hoofd van de bevolking was dit US$ 4578. De belangrijkste economische activiteit in Guyana is de dienstensector gevolgd door de landbouw. In deze laatste sector werkt het grootste deel van de beroepsbevolking. In de polders van de kust liggen de rijstvelden, andere gewassen voedsel en fruit. Naast rijst is suiker een belangrijk landbouwproduct. Een groot deel van het land is bedekt met bos waardoor hout ook een belangrijk product is.

Verder is de mijnbouw belangrijk, al lange tijd wordt bauxiet geproduceerd en ook goud. Meer van recentere datum is aardolie. In 2015 werd 200 kilometer voor de kust van Guyana olie aangeboord door ExxonMobil in het Stabroek-blok.[8] In de Liza-1 bron zit naar alle waarschijnlijkheid meer dan 700 miljoen vaten olie en in januari 2020 werd de eerste olie verscheept. De olie had tegen de dan geldende olieprijs een waarde van US$ 40 miljard.[8] Medio 2018 verhoogde ExxonMobil de schatting van de oliereserves in het Stabroek-blok naar vier miljard vaten[9] en begin 2020 werd dit verder verhoogd naar acht miljard vaten.[10] In 2025 wordt een olieproductie van 750.000 vaten per dag verwacht.[9] ExxonMobil heeft een belang van 45% in het blok, Hess Guyana 30% en het Chinese oliebedrijf CNOOC de laatste 25%.[9]

De overheidsinkomsten zullen door de oliewinning stijgen. De oliemaatschappijen krijgen aanvankelijk 75% van de olie-opbrengsten, na aftrek van de productiekosten, om hun investeringen terug te verdienen en de rest wordt gelijk verdeeld over de maatschappijen en de overheid.[11] De overheid krijgt ook royalaties ter grootte van 2% van de opbrengst waarmee de totale opbrengst 14,5% wordt.[11] Wanneer de investeringen zijn terugbetaald, waarschijnlijk tegen het einde van de jaren twintig, stijgt het aandeel van de overheid naar zo’n 52% van de olie-opbrengsten na aftrek van de kosten.[11] In juni 2017 heeft Guyana zich aangemeld om deel te nemen aan de Extractive Industries Transparency Initiative (EITI),[12] een wereldwijde standaard voor goed bestuur bij de winning van delfstoffen.

Het land heeft een structureel een groot tekort op de handelsbalans. De belangrijkste exportproducten zijn goud, bauxiet, rijst en suiker. De activiteit vissen wordt begunstigd door het continentaal plat, hierdoor de verkoop van garnalen in het buitenland. De import bestaat hoofdzakelijk uit olie- en olieproducten en kapitaalgoederen. Het tekort op de handelsbalans wordt deels goedgemaakt door de instroom van kapitaal van donoren en ontwikkelingshulp.

In 2017 was de werkloosheid in het land 12%, de werkloosheid onder de jeugd ligt tweemaal zo hoog.[11] De participatie van de vrouwen in de totale werkgelegenheid was 43,6% in 2017 (2012: 34,6%).[11]

Volgens de CIA World Factbook leefde in 2006 35% van de bevolking van Guyana onder de armoedegrens.[13] In 2015 stond Guyana op de 127e plaats (2010: 104) van de HDI index.[11] De HDI-ranglijst bestaat uit totaal 188 landen.

In de jaren tachtig werkten veel Guyanezen als gastarbeiders in Suriname, maar in de jaren negentig groeide de economie van Guyana fors, en keerden de Guyanese arbeiders uit Suriname naar hun eigen land terug.

Zie ook

Zie de categorie Guyana van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Landen in Zuid-Amerika

Argentinië · Bolivia · Brazilië · Chili · Colombia · Ecuador · Guyana · Paraguay · Peru · Suriname · Uruguay · Venezuela

Frans overzees departement:Frans-Guyana
Overzees gebied van het Verenigd Koninkrijk:Falklandeilanden · Zuid-Georgia en de Zuidelijke Sandwicheilanden

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.