Ghana

Ghana, officieel de Republiek Ghana is een land aan de westkust van Afrika. Het grenst westelijk aan Ivoorkust, noordelijk aan Burkina Faso, oostelijk aan Togo en zuidelijk aan de Golf van Guinea. De hoofdstad van Ghana is Accra.

Republic of Ghana
(Details) (Details)
Basisgegevens
Officiële landstaalEngels
HoofdstadAccra
Regeringsvormconstitutionele democratie
StaatshoofdPresident Nana Akufo-Addo
RegeringsleiderPresident Nana Akufo-Addo
Religiechristendom 71,2%, islam 17.6%, traditionele religies 5.2%, atheïst 5.2%, anders 0.8%[1]
Oppervlakte238.533 km² [2] (1,0% water)
Inwoners24.223.431 (2010)[3]
27.499.924 (2017)[4] (115,3/km² (2017))
Overige
MottoFreedom and Justice
VolksliedGod Bless Our Homeland Ghana
Munteenheidcedi (GHS)
UTC0
Nationale feestdag6 maart
Web | Code | Tel..gh | GHA | 233
Voorgaande staten
 Ghana (1957-1960)1960 (uitroeping van de republiek)
Detailkaart
Portaal    Landen & Volken
Elmina in 2003

Ghana heeft 27.499.924 (2017) inwoners.

Geschiedenis

Het huidige Ghana ontstond op 6 maart 1957 toen twee Britse kolonies Gold Coast (Britse Goudkust) en Brits Togoland, die een jaar eerder waren samengevoegd, een onafhankelijk land vormden onder de naam Ghana. Het was het eerste land ten zuiden van de Sahara dat, in de periode van de dekolonisatie na de Tweede Wereldoorlog, de onafhankelijkheid verkreeg. De huidige grenzen zijn bepaald in de periode 1874 -1919 als onderdeel van koloniale afspraken tussen de Europese mogendheden en de afwikkeling van de Eerste Wereldoorlog.

Vroegere geschiedenis

Het gebied van het huidige Ghana is bevolkt geraakt vanuit de Sahelzone. Rond 1100 trok een deel van de Akanvolken, zoals de Ashanti en de Fante naar het zuiden. Er werden meerdere staten gesticht, zoals de Ashanti-federatie en enkele Fante-staten. Het grootste deel van het gebied werd verenigd in de 16e eeuw onder de Ashanti-confederatie. In eerste instantie was dit een los statenverbond, maar later werd het een gecentraliseerde staat, met een hoge mate van bureaucratie rond Kumasi. Vanuit het westen trokken de Ewe het gebied in dat nu als het Volta-gebied bekendstaat.

Het eerste contact tussen de plaatselijke volksstammen en de Europeanen vond plaats in 1471 (de Portugezen). De Europeanen noemden het gebied de "Goudkust" naar de dominante handelswaar ter plaatse. Eind 16e eeuw kwamen ook de Nederlanders naar het land; in 1598 kregen zij toestemming om een handelspost te openen bij Moore, het latere Fort Nassau. In 1637 werd het Fort Elmina veroverd op de Portugezen, dit was jarenlang het centrum van de dominante Nederlandse aanwezigheid aan de Goudkust.

Slavenhandel

In de tweede helft van de 17e eeuw verschuift de aandacht van goud naar de slavenhandel. De Ghanese kust werd een logistiek centrum van een ingrijpende periode in de geschiedenis:

In 1872 verkopen de Nederlanders hun handelsbelangen, waaronder Fort Elmina, aan de Britten. Zij benoemen in 1874 een kuststrook van het huidige Ghana tot de kroonkolonie Gold Coast (Britse Goudkust) en trekken ten strijde tegen het koninkrijk Ashanti in het binnenland (de voormalige handelspartner van Nederland). In 1901 zijn de Ashantis definitief verslagen en worden de grenzen van de kroonkolonie opgerekt tot de in 1898 tussen Engeland en Frankrijk overeengekomen huidige west- en noordgrenzen. In 1919 ontstaat de oostgrens als in de afwikkeling van de Eerste Wereldoorlog Duits Togoland wordt gesplitst en het westelijk deel van deze buurkolonie als Brits Togoland verdergaat.

Zelfstandigheid

Op 6 maart 1957 kwam er een eind aan de koloniale overheersing en kregen de twee kolonies tezamen de naam Ghana met de Britse vorstin als staatshoofd. Kwame Nkrumah werd de eerste minister-president; daarmee was het het eerste gekoloniseerde land in Afrika ten zuiden van de Sahara dat in de periode van dekolonisatie na de Tweede Wereldoorlog zijn zelfstandigheid terug kreeg. De naam Ghana is het hergebruik van de naam van een rijk (het Koninkrijk Ghana) dat bestond tussen de 8e en 11e eeuw en noordelijker lag dan het huidige Ghana.

Op 1 juli 1960 werd het land een republiek met Nkrumah als president, maar het bleef lid van de Britse Gemenebest. De niet-gebonden links georiënteerde N'krumah werd echter tijdens een staatsbezoek aan Noord-Vietnam en China op 24 februari 1966 door een staatsgreep door kolonels Afrifa en Kotoka ten val gebracht. Afrifa was nog even van 1968 tot 1969 staatshoofd, maar in de jaren zeventig wisselden militaire regimes en weinig succesvolle burgerregeringen elkaar af.

Op 4 juni 1979 volgde een linkse staatsgreep van het leger onder leiding van een jonge luchtmachtluitenant Jerry Rawlings. Het leger hield aanvankelijk slechts toezicht op de burgerlijke regering, maar in 1981 trok het de macht geheel naar zich toe en werd Rawlings president. Zijn beleid had een positief effect op het economisch herstel en hij was populair bij de gewone Ghanezen ondanks zijn gebrek aan respect voor de mensenrechten. Rawlings zorgde voor een grondwet en een herstel naar een democratisch stelsel. Vanaf 29 december 1992 werd Ghana een democratie met Rawlings als gekozen president.

In 2000 kon Rawlings niet meedoen aan de verkiezingen omdat hij al twee termijnen president was. Zijn opvolger werd de leider van de grootste oppositiepartij, John Agyekum Kufuor, die eveneens twee termijnen uitdiende. In 2009 werd John Atta Mills de democratisch gekozen president van Ghana. Atta Mills overleed echter tijdens zijn eerste presidentiële termijn. John Dramani Mahama werd zijn opvolger en was tot 2017 president van Ghana.

Geografie

Ghana heeft een oppervlakte ongeveer gelijk aan 6x Nederland of 8x België. Het grenst aan Burkina Faso, Ivoorkust en Togo. De kustlijn is 539 kilometer lang. De belangrijkste natuurlijke hulpbronnen zijn: goud, aardolie, cacao, hout, industriediamant, mangaan, bauxiet, vis, rubber, palmolie, en waterkracht.

Landschap

Het land bestaat voornamelijk uit laagvlakte, met een plateau in het midden-zuiden. Zo'n 95% van het land ligt lager dan 300 meter boven de zeespiegel. Ter hoogte van Accra waaieren twee heuvelruggen uit naar het noordoosten en noordwesten en vormen de zuidelijke grens van het Voltameer. Het klimaat is hier koeler en rijke mensen uit de hoofdstad vestigen zich hier. De heuvelrug naar het noordwesten gaat over in het Ashanti-hoogland waar veel cacaobomen zijn aangeplant. Ten noorden van beide ruggen ligt de savanne, dit is een relatief arm en minder toegankelijk gebied. De savanne beslaat ongeveer de noordelijke helft van het land.

De hoogste berg is de Afadjato (880 m) en ligt op de grens met Togo. In het oosten bevindt zich een enorm groot, langgerekt stuwmeer, het Voltameer. Het heeft de vorm van een inlandse delta. De voeding komt grotendeels van de rivieren de Witte Volta en de Oti, beide aftakkingen van de Niger, en de Zwarte Volta, die ontspringt in het noorden van Burkina Faso; het water stroomt vanuit het meer via de Akosombo Dam en de rivier de Volta naar zee.

Klimaat

Ghana ligt iets ten noorden van de evenaar en heeft een tropisch klimaat. Van west naar oost wordt het klimaat warmer en droger en dit geldt ook van zuid naar noord. Het is warm en relatief droog aan de zuidoostkust (onder andere Accra) en zeer vochtig in het zuidwesten. In de streek rond Axim valt per jaar zo'n 2000 mm neerslag. Ten oosten van Accra is de kustvlakte droog en de aarde zout waardoor het minder geschikt is voor de landbouw.

Steden

De hoofdstad is Accra, waar vroeger het Afrikaanse hoofdkantoor van de West-Indische Compagnie was. Voordat de Hollanders daar kwamen, hadden de Portugezen Elmina en Fort Sao Jorge gebouwd. Ook belangrijk is de havenstad Tema. Andere steden en plaatsen zijn Kumasi, dat meer landinwaarts ligt, Sekondi-Takoradi (Takoradi betekent tweede haven), Ho, Sunyani, Cape Coast en Tamale, in het noorden Asamankese en Koforidua, niet ver van Accra.

Bevolking

Etnische groepen

Volgens de census van 2000 hoort 45,3% van de bevolking tot de Akan, waar onder andere ook de Ashanti en de Fante toe behoren. Verder behoort 15,2% tot de Mole-Dagbon, 11,7% tot de Ewe, 7,3% tot de Ga-Dangme, 4% tot de Guan, 3,6% tot de Gurma, 2.6% tot de Grusi en 1% tot de Mande-Busanga.[5] In totaal heeft Ghana nu ongeveer 63 verschillende etnische groepen.

Talen

Het Engels is de officiële taal maar daarnaast bestaan er vele verschillende inheemse talen. Al deze talen behoren tot de Niger-Congotalen. In het Noorden komen vooral Gurtalen zoals Dagbani en Frafra voor en in het zuiden voornamelijk Kwatalen zoals Twi of Akan, Kyerepon (Cherepon), Ewe en Ga. In totaal heeft Ghana ongeveer dertien verschillende talen.

Pidgin Engels (Krung Brofo genoemd) stamt af van de koloniale tijden en wordt breed gesproken door jongens en meisjes van de basisscholen, studenten van de middelbaar scholen en studenten van de hogere scholen en universiteiten. Opgeleiden spreken deze taal ook onderling.

Religie

Christenen (ruim de helft van de bevolking; van wie ruim een derde katholiek) zijn het sterkst vertegenwoordigd in het zuiden, maar ook in enkele districten in het noorden, zoals de stad Bolgatanga. Moslims (ca. 30 a 45% van de bevolking) zijn traditioneel het sterkst vertegenwoordigd in het noorden, maar wonen tegenwoordig ook in grote bevolkingsconcentraties in de steden en dorpen in het zuiden. In vergelijking met de naburige landen Togo en Benin is het percentage animisten in Ghana opvallend klein (minder dan 5 procent).

Politiek

Staatsinrichting

Na ruim 19 jaar aan de macht te zijn geweest, werd luitenant Jerry Rawlings begin 2001 opgevolgd door John Agyekum Kufuor, die twee presidentiële termijnen van elk vier jaar zou uitdienen. Deze opvolging werd indertijd geprezen vanwege de ordelijke opvolging van de ene gekozen leider door de andere, wat in postkoloniaal Afrika nog altijd vrij zeldzaam is.

Op 7 januari 2009 werd John Atta Mills de nieuwe democratisch gekozen president van Ghana na een nek-aan-nek race tussen zijn NDC (National Democratic Congress) en de NPP (New Patriotic Party) van Nana Akufo-Addo. Atta Mills kampte al enkele jaren met keelkanker. Op 24 juli 2012 werd hij met spoed opgenomen in een ziekenhuis te Accra. Enkele uren later werd het overlijden van de president officieel bevestigd. Zoals de Ghanese grondwet voorschrijft, werd vicepresident John Dramani Mahama dezelfde dag nog benoemd tot president van de Republiek Ghana.

Op 9 december 2012 werden in Ghana nieuwe verkiezingen gehouden. President Mahama slaagde erin deze te winnen met 50,7 procent van de stemmen, aldus de door de Electoral Commission (het Ghanese kiescollege) bekendgemaakte uitslag. Mahama's belangrijkste concurrent, Nana Akufo-Addo, bleef achter met 47,7 procent van de stemmen. De oppositiepartij NPP stelde dat het tellen van de stemmen na de verkiezingen niet eerlijk zou zijn verlopen en klaagde de Electoral Commission en de president aan voor het Ghanese Hooggerechtshof. Mahama, inmiddels al opnieuw geïnstalleerd als president, ontkende deze beschuldigingen, maar moest zich weren tegen een berg aan gedetailleerd bewijsmateriaal. Internationale toezichthouders hebben verklaard dat de verkiezingen zelf eerlijk zijn verlopen, ondanks een vertraging die werd opgelopen in verband met technische mankementen aan verscheidene machines die bij de biometrische identificatie van de kiezers werden gebruikt. Deze waarnemers zijn echter niet bij de tellingen aanwezig geweest.

Bij de presidentsverkiezingen van 2016 werd zittend president Mahama alsnog verslagen door Akufo-Addo, die sinds januari 2017 president van Ghana is.

Staatshoofden van Ghana

Koningin:

Presidenten:

CPP= Convention People's Party - PNP= Progressive National Party - NDC= National Democratic Congress - NPP= New Patriotic Party - PP= People's Party

Bestuurlijke indeling

Ghana is onderverdeeld in tien regio's.

Economie

Ghana is rijk aan grondstoffen en grote delen van het land zijn vruchtbaar. De landbouw, met name cacao, levert een belangrijke bijdrage aan de exportinkomsten. Het land produceert ook veel goud, de belangrijkste goudreserves liggen in het zuidwesten van het land. Het centrum van de goudwinning is Obuasi, circa tweehonderd kilometer ten noordwesten van de hoofdstad Accra. Ghana had tot voor kort geen aardolieindustrie, maar aan het begin van 2011 werd voor de kust een groot olieveld in productie genomen.

De periode 1973-1983 was economisch gezien rampzalig als gevolg van verschillende factoren zoals corruptie, droogte, wanbeleid, machtswisselingen en de gedwongen repatriëring van een miljoen Ghanezen uit Nigeria in 1983. In datzelfde jaar werd het Economic Recovery Program gestart. Sindsdien is de situatie wel verbeterd; in de periode 1988-1999 groeide de economie jaarlijks met 4,3% en tussen 1999-2009 gemiddeld met 5,6%. Het BNP van Ghana steeg van USD 5,2 miljard in 1989 naar USD 26,2 miljard in 2009[6]. Een probleem blijft de grote afhankelijkheid van het exporteren van cacao, nu ongeveer 35% van de totale exportopbrengsten.

Een ander probleem is dat, in tegenstelling tot Ghana zelf, omringende landen zoals Ivoorkust, Liberia en Sierra Leone instabiel zijn, waardoor buitenlandse investeerders worden afgeschrikt. In 2003 vertegenwoordigden landbouw, industrie en dienstensector respectievelijk ongeveer 34%, 24% en 41% van de Ghanese economie.

Energie

In juni 2007 werd 60 kilometer voor de kust van Ghana aardolie aangeboord. Het olieveld ligt in water tussen de 1.100 en 1.700 meter diep. Van de regering kreeg het de naam "Jubilee" ter ere van het uitroepen van de onafhankelijkheid van Ghana 50 jaar eerder. Om de olie te winnen werd een FPSO afgemeerd; op deze olietanker staan speciale installaties om de olie en het bijkomende aardgas te behandelen. De olie wordt tijdelijk in de tanker opgeslagen en later met andere tankers naar de raffinaderijen vervoerd. De productie is begin 2011 gestart en de oliemaatschappijen verwachten maximaal 120.000 vaten olie per dag te kunnen produceren. Het veld zal na ongeveer 20 jaar uitgeput zijn.[7]

Om te voorkomen dat de olie-inkomsten de economie van Ghana ontwrichten heeft de regering een speciale Petroleum Revenue Management Act aangenomen. Alle inkomsten worden in het Petroleum Holding Fund (PHF) gestort.[8] Dit fonds wordt beheerd door de centrale bank van Ghana. De inkomsten worden volgens een min of meer vaste verdeelsleutel verdeeld. Maximaal 70% gaat naar de Consolidated Fund en zijn inkomsten voor de overheid die direct via de begroting kunnen worden besteed. Een Stabilization Fund is opgericht om veranderingen in de olieprijs en daarmee de inkomsten op te vangen.[8] In jaren van lage olieprijzen kunnen hier fondsen vrijvallen die eerder zijn opgebouwd. Het derde fonds, het Heritage Fund, is een spaarpotje voor latere generaties als de olieproductie afneemt.[8]

In 2012 was de exportwaarde van olie al meer dan USD 3 miljard en verdrong daarmee cacao van de tweede plaats.[9] Goud is nu nog Ghana’s belangrijkste exportproduct. In 2021 verwacht het land circa 250.000 vaten olie per dag te produceren en zal de komende jaren zo’n USD 20 miljard investeren om dit te realiseren.[9] Begin 2015 tekende de Ghanese overheid een contract voor de ontwikkeling van het "Cap Three Point" offshore olie- en gasveld.[10] Oliemaatschappijen Vitol en Eni gaan samen het veld ontwikkelen en in 2017 wordt de eerste olie verwacht.[10] Een jaar later zal het eerste aardgas in Ghana worden aangeland dat gebruikt zal worden voor de opwekking van elektriciteit.[10] Het project vergt een investering van zo’n USD 7 miljard.[10] De aangetoonde reserves zijn groot genoegd om de productie voor 15 jaar te verzekeren.

De enige raffinaderij van Ghana staat in Tema en deze is ongeschikt om de olie uit het "Jubilee" veld te raffineren. Het is een kleine raffinaderij met een capaciteit van circa 45.000 vaten olie per dag. De Ghanese olie is van hoge kwaliteit en veel nieuwe installaties zijn nodig om dit te kunnen verwerken. Deze aanpassingen, of de bouw van een hele nieuwe raffinaderij, vergen een investering van USD 1 miljard en dit is niet economisch verantwoord.[11]

Armoede

Volgens het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties leeft in Ghana 28,5% van de bevolking onder de armoedegrens.[12]

Toerisme

Vanaf 2008 is toerisme een extra economisch speerpunt voor de Ghanese overheid, waarbij de focus ligt op zogenaamde roots toeristen: Amerikanen met Afrikaanse voorouders. Daarnaast zijn er programma's om via binnenlands toerisme de economie in de plattelandgebieden te stimuleren. In 2009 opende in Nederland het Ghana Verkeersbureau haar deuren met als doel armoede te bestrijden door ecotoerisme in de plattelandsgebieden van Ghana.

Onderwijs

Het basisonderwijs is gratis. Officieel gaat meer dan driekwart van de kinderen naar school maar veel leerlingen haken vroegtijdig af omdat ze thuis mee moeten werken om wat extra inkomen te vergaren. Of ze kunnen niet naar school omdat hun ouders geen geld hebben om een schooluniform (verplicht), lesboeken, schriften of pennen te betalen.

Transport

Ghana telt twee belangrijke zeehavens. De haven van Takoradi werd al in 1928 geopend en ligt ongeveer 225 kilometer ten westen van Accra. In 2012 behandelde deze haven ongeveer een derde van alle zeelading. De haven is gepasseerd door de haven van Tema, maar maakt de laatste jaren weer een opleving door als gevolg van de oliewinning voor de Ghanese kust. Met de aanleg van de haven van Tema werd in 1954 begonnen en in 1958 kon het eerste schip aanleggen. In 1962 werd de haven officieel geopend en in 2005 uitgebreid met een containerterminal. De twee havens worden beheerd door de Ghana Ports and Harbours Authority. Bij Accra ligt de Luchthaven Kotoka Internationaal, de grootste van het land en geschikt voor internationale vluchten.

Op 4 augustus 1974 werd het rechts rijden ingevoerd. Daarvoor werd er links gereden.

Bekende personen van Ghanese afkomst


Zie ook

Zie ook de Atlas van Ghana op Wikimedia Commons.
Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Ghana op Wikimedia Commons.
Wikivoyage heeft een reisgids over dit onderwerp: Ghana.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.