Goldhoorn

Goldhoorn is een gehucht in de gemeente Oldambt, in de provincie Groningen (Nederland). Het ligt ongeveer halverwege Finsterwolde en Oostwold. Goldhoorn zal in de nabije toekomst aan de noordrand van het Blauwestad-project liggen.

Goldhoorn
Gehucht in Nederland

Situering
Provincie Groningen
GemeenteOldambt
Coördinaten53° 12 NB, 7° 4 OL
Portaal    Nederland

In de buurt van het huidige gehucht heeft in de middeleeuwen een commanderij (klooster) van de Johannieter Orde gestaan. De commanderij wordt voor het eerst gemeld in schriftelijke bronnen in 1319, maar is waarschijnlijk (veel) eerder gesticht. Het ordehuis Fynserwald viel onder de commanderij van Steinfurt. In 1424 werd het grondbezit van het klooster belangrijk uitgebreid met een groot landgoed in Heiselhusen. De schenking werd gedaan door de hoofdeling Brunger (II) van Locquard. Waarom deze bezittingen aan het ver weg gelegen Goldhoorn werden geschonken is niet duidelijk. In 1446 waren de tegenstellingen tussen Goldhoorn en Heiselhusen zo groot geworden, dat besloten werd dat Heiselhusen een zelfstandig klooster werd. Het voorwerk in Heiselhusen was al vele malen groter geworden dan Goldhoorn en groeide nog steeds, in tegenstelling tot Goldhoorn. Tussen 1454 en 1494 is de zelfstandigheid van de commanderij Goldhoorn opgeheven en werd het een voorwerk van Oosterwierum.

Goldhoorn viel net binnen de nooddijk van 1454, die liep van Punt van Reide naar Finsterwolde. Het heeft geleden onder de Dollardoverstromingen, maar mogelijk pas na 1509. In 1540 wordt gemeld dat de grangia in Galkohren wegens de overstromingen weinig meer opbracht. Omstreeks 1560 is de commanderij verkocht. In 1574 waren de landerijen in het bezit geraakt van de adellijke familie Sickinge te Warffum, die hier onder meer een tichelwerk bedreef. Zij sloten in dit jaar een overeenkomst met het kerspel Oostwold om gezamenlijk de monding van de Oude Ae af te dammen met een dijkje van ruim een meter hoog. Het tichelwerk stond vermoedelijk buitendijks en heeft tot omstreeks 1700 bestaan.

Dollardklei is ten noorden van Goldhoorn ruimschoots aanwezig, evenals in het gebied ten zuiden ervan, in Meerland (tegenwoordig beter bekend als de Blauwe Stad). Waarschijnlijk is het Dollardwater via de Oude Ae binnengekomen. Het gebied ten noorden van Goldhoorn werd in een aantal fasen weer ingepolderd: de Oostwolderpolder in 1769 en de Finsterwolderpolder in 1819.

De landerijen van de commanderij bevonden zich vermoedelijk in de landpunt tussen de kerspelen Oostwold en Finsterwolde, waar zich twee grote boerderijen bevinden. Het bedrijf Goldhoorn 33 te Oostwold werd vanouds de plaatze Golthoorn genoemd.[1] De restanten van de commanderij bevinden zich vermoedelijk in een perceel achter de huidige boerderij Goldhoorn 14 te Oostwold. De provinciekaart van Beckeringh uit 1781 tekent hier een toegangslaan met enige bebouwing.[2]

Achter de boerderij bevonden zich verder enkele kleiputten, waar vanouds potklei werd gegraven. Al in de zestiende eeuw werd deze grondstof verkocht aan pottenbakkers in Emden; omstreeks 1620 bakte men in Finsterwolde harde klinkers die onder andere voor sluisbouw werden gebruikt. In de Franse tijd werd deze klei geëxporteerd naar Holland voor het fabriceren van Goudse pijpen. Dit omdat de klei uit de omgeving van Wittmund in Oost-Friesland die hier gewoonlijk voor werd gebruikt vanwege de oorlog niet beschikbaar was.

De naam 'Goldhoorn' is later overgegaan op een andere boerenbedrijf, namelijk Goldhoorn 33 te Finsterwolde. Het voorhuis van deze imposante boerderij dateert uit 1857.[3]

Naam

De naam Goldhoorn is waarschijnlijk afgeleid van gold = goud en horn = hoek, wat zou betekenen zeer goede grond. Goldhoorn is ook de naam van een boerderij aan de Zeerijperweg onder Loppersum, ten oosten van Westeremden.

Zie ook

Beluister (info)

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.