Winschoterzijl

Winschoterzijl was een schans op de grens van de vroegere gemeenten Beerta, Wedde en Winschoten.

Kaart uit ca. 1865 met daarop Winschoterzijl, gelegen bij de samenvloeiing van de Pekel A en Trekvaart de Rensel.

De schans lag vanaf 1593 tot in de 19e eeuw op de plek waar tegenwoordig de rivier Rensel uit Winschoten in de rivier Pekel A uitmondt. In deze schans ontstond destijds een buurtschap met enkele huizen, cafés en molens.

In verband met de verbetering van de waterafvoer rond 1980 werd ter plaatse het Winschoterdiep tussen Winschoterzijl en de Nieuwe Statenzijl verbreed. De nog aanwezige woningen werden afgebroken.

Tegenwoordig is Winschoterzijl een watermassa en natuurgebied tussen de autoweg A7 en de rivier Pekel A.

Lutherse kerk

Winschoterzijl was vooral bekend vanwege de Lutherse kerk van Winschoten en omgeving. In de 17e eeuw kwamen steeds meer lutheranen wonen in het gebied als gevolg van de instroom van onder andere handelaren, veenarbeiders en soldaten uit Oost-Friesland en Scandinavië, mede als gevolg van de Dertigjarige Oorlog. In 1680 kwamen de lutheranen uit de buurt samen in een boerenschuur en later in de brouwerij van Zacharias Feltrup nabij Winschoterzijl, aan zuidoostzijde van de Pekel A, op het grondgebied van Westerwolde. Vervolgens werd het plan opgevat om bij Winschoterzijl een lutherse kerk te bouwen, net binnen Westerwolde en net buiten de stadsjurisdicties van de stad Groningen (waar Winschoten wel toe behoorde), die destijds bekendstond om haar strenge godsdienstbeleid. Om zeker te zijn dat de bouw door kon gaan werd eerst in 1693 toestemming gevraagd aan stadhouder Willem III, daar Westerwolde onder jurisdictie van de Staten-Generaal stond. De stad Groningen verzoende zich daarop op 31 mei 1695 met dit oordeel en verleende ook haar toestemming voor de bouw van een kerk in 'Westerwoldinge Landt'. Feltrup stelde een stuk land beschikbaar en na een collecte en enkele grote schenkingen van vooral Duitse (lutheraanse) vorsten kon de kerk daarop worden gebouwd tussen 1695 en 1696. Het brouwershuis werd daarop tot pastorie en woning voor de meier verbouwd. In 1697 droeg Feltrup al zijn bezit over aan de kerk. In 1713 kreeg de kerk een preekstoel. In 1749 werd het voormalige brouwershuis afgebroken en vervangen door een nieuwe pastorie. De kerk had geen toren of orgel.

De Lutherse gemeenschap van Pekela ging in eerste instantie ook naar de kerk van Winschoterzijl. Kerkgangers uit Pekela moesten echter drie uur lopen of varen (met de trekschuit) om bij de kerk te komen. Door neerslag of overstromingen was de weg in de winter echter vaak onbegaanbaar. Toen het aantal lutheranen in Pekela toenam, rees daarom ook het verlangen naar een eigen kerk in Pekela. Het kerkbestuur in Amsterdam (Amsterdams Consistorie) en Winschoterzijl dachten echter dat een lutherse kerk in Pekela nooit levensvatbaar zou zijn en wilden daarom geen geld doneren voor de bouw daarvan. De lidmaten in Pekela zelf waren arm en hadden hiervoor zelf geen geld. Lutheranen in Duitsland wilden echter wel geld donderen, waarop in 1762 toch een lutherse kerk in Nieuwe Pekela kon worden gebouwd, die echter pas in 1790 werd erkend.

Nadat in de Franse tijd de vrijheid van godsdienst was ingevoerd, werd in 1824 voor het eerst gesproken over het verplaatsen van de lutherse kerk van Winschoterzijl naar het meer centraal gelegen Winschoten. De roep hiertoe werd nog versterkt omdat het gebouw in bouwvallige staat was. Door ontoereikende financiële middelen duurde het echter nog 12 jaar alvorens in 1836 een nieuwe kerk kon worden gebouwd in Winschoten. De stichtingssteen, preekstoel, banken, avondmaalsbeker en ouweldoos werden meegenomen uit het oude gebouw. Om de bouww mogelijk te maken werden de oude kerk en pastorie verkocht. Van der Aa schreef in 1851 dat er toen nog slechts een open plek resteerde van wat ooit het kerkgebouw van Winschoterzijl was. In 2009 zijn de lutherse gemeenten van Pekela en Winschoten weer samengegaan.

Katholieke kerk

De katholieke kerk te Winschoterzijl heeft maar kort bestaan. Hij werd in 1753 bij een oranjegezind volksoproer vernield. Hetzelfde gebeurde bij katholieke kerken te Appingedam (1747) en Oude-Pekela (1771).

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.