moer

Een zeskantmoer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  moer    (hulp, bestand)
  • IPA: /mur/
Woordafbreking
  • moer
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘veen’ voor het eerst aangetroffen in 771 [1]
  1. afkorting van moerschroef, schroefmoer of moerbout waarbij moer- een samentrekking is van moeder
  2. een samentrekking van moeder
  3. als 2
  4. van Middelnederlands moer
enkelvoud meervoud
naamwoord moer moeren
verkleinwoord moertje moertjes

Zelfstandig naamwoord

moer

  1. v/m (werktuigbouwkunde) een blokje met een gat dat van schroefdraad is voorzien zodat het op een schroefbout past
    • Wat is het verschil tussen een moer en een bout? 
  1. v (imkerij), (insecten) de koningin van een bijenvolk
  2. v (biologie) vrouwelijk wezen b.v. de moederstam van een gist of plant of een vrouwelijk konijn, haas of fret
  3. o moerassig land (zie ook het Engelse 'moor')
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord moer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Limburgs

Uitspraak
  • IPA: /muːr/ (Etsbergs)

Zelfstandig naamwoord

moer v (1) m (2)

  1. muur
  2. (groente) wortel
Verbuiging


Veluws

Zelfstandig naamwoord

moer

  1. moeder
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.