groente

Groente.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groen·te
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘groenvoer’ voor het eerst aangetroffen in 1721 [1]
  • afgeleid van groen met het achtervoegsel -te [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord groente groenten
groentes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

groente v

  1. (plantkunde) (voeding) eetbare planten of delen daarvan
    • In Nederland at men aardappels, groente en vlees. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord groente staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord groente groentes

Zelfstandig naamwoord

groente

  1. (voeding) groente
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.