nut
Nederlands
Woordafbreking
- nut
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. baat, voordeel
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | nut | nutter | nutst |
verbogen | nutte | nuttere | nutste |
partitief | nuts | nutters | - |
Gangbaarheid
- Het woord nut staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'nut' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "nut" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- nut op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
Engels
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.