moersleutel
Nederlands
Woordafbreking
- moer·sleu·tel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van moer en sleutel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | moersleutel | moersleutels |
verkleinwoord | moersleuteltje | moersleuteltjes |
Zelfstandig naamwoord
moersleutel m [1]
- (gereedschap) gereedschap gebruikt voor het los- en vastdraaien van moeren en bouten
- Met een moersleutel kun je bouten en moeren zonder beschadiging stevig vastdraaien.
Hyponiemen
- steeksleutel, ringsleutel, pijpsleutel, dopsleutel, inbussleutel
Verwante begrippen
- schroefsleutel
Gangbaarheid
- Het woord moersleutel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'moersleutel' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.