muur

Nederlands

Stellaria media
Uitspraak
  • Geluid:  muur    (hulp, bestand)
  • IPA: /myːr/
Woordafbreking
  • muur
Woordherkomst en -opbouw
  • [A] ‘metselwerk’; aangetroffen vanaf 901 [1]; leenwoord uit Latijn mūrus.[2]
  • [B] ‘kruidachtige plant’; uit vroeger muer(kruyd), uit Middelnederlands miere, mure v, ontwikkeld uit Oergermaans *meurja- o,[3] verdere herkomst onbekend.[4] Evenals Nederduits Mier, Duits dial. Miere, Meier en Fries mier, mierre.
1 enkelvoud meervoud
naamwoord muur muren
verkleinwoord muurtje muurtjes

Zelfstandig naamwoord

[A] muur m

  1. (bouwkunde) verticale vlakke constructie van steen [2]
    • Op deze oude muur is een al bijna even oude schildering te zien. 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Spreekwoorden
  • De muren hebben oren
let op wat je zegt, iedereen kan het horen
  • Gekken en dwazen schrijven hun namen op muren (of deuren) en glazen
mensen die het minst te melden hebben, schreeuwen vaak het hardst
  • Iemand van het kastje naar de muur sturen
iemand aan het lijntje houden, altijd ergens anders naartoe sturen ofwel: niemand die hem wil helpen en hem steeds maar doorstuurt
  • Met de rug tegen de muur staan
geen kant op kunnen, hooguit een laatste uitweg
  • Met het hoofd tegen de muur lopen
mislopen
Vertalingen
2 enkelvoud meervoud
naamwoord muur -
verkleinwoord muurtje muurtjes

Zelfstandig naamwoord

[B] muur v / m

  1. kruidachtige plant uit de anjerfamilie Caryophyllaceae (of oude opvatting: van het geslacht Stellaria ) [4]
    • Muur kun je ook door de sla doen. 
Synoniemen
  • hoornbloem, erf
  • (nevenvormen):
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord muur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.