balspel
Nederlands
Woordafbreking
- bal·spel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bal en spel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | balspel | balspelen |
verkleinwoord | balspelletje | balspelletjes |
Zelfstandig naamwoord
balspel o
- (spel) een spel met een of meerdere ballen.
- Rugby en voetbal zijn ieder een vorm van een balspel.
Verwante begrippen
- sport
- balspelen: American Football, Australisch voetbal, basketbal, beachvolleybal, biljart, bossaball, bowling, bowls, brikken, cricket, croquet, cyclobal, floorball, Gaelic football, goalball, Golf, handbal, hockey, honkbal, horseball, hurling, ijshockey, jeu de boules, jianzi, kaatsen, kanopolo, kegelen, klootschieten, korfbal, krachtbal, lacrosse, pelota, pool, polo, rugby, Sepak Takraw, snooker, softbal, squash, tafeltennis, tennis, torball, trefbal, unihockey, voetbal, volleybal, vuistbal, waterpolo
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord balspel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'balspel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.