polo
Nederlands
![](../I/m/Adolfo_Cambiaso_and_Alejandro_Diaz_Alberdi.jpg)
Polo
Woordafbreking
- po·lo
Woordherkomst en -opbouw
1,2 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | polo | - |
verkleinwoord | - | - |
3 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | polo | polo's |
verkleinwoord | polootje | polootjes |
Zelfstandig naamwoord
polo o
Synoniemen
- [1] polosport, polospel
Gangbaarheid
- Het woord polo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'polo' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Spaans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.