softbal
Nederlands
Woordafbreking
- soft·bal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van soft en bal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | softbal | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
softbal o
- (sport), een op honkbal lijkende balsport waarbij de pitcher echter ondershands werpt, en waarbij gespeeld wordt met een iets grotere bal, op een kleiner veld en met enkele verschillen in de spelregels.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | softbal | softballen |
verkleinwoord | softballetje | softballetjes |
Zelfstandig naamwoord
softbal m
- bal waarmee gesoftbald wordt.
Gangbaarheid
- Het woord softbal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'softbal' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Werkwoord
vervoeging van |
---|
softballen |
softbal
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van softballen
- Ik softbal.
- gebiedende wijs van softballen
- Softbal!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van softballen
- Softbal je?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.