korfbal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  korfbal    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkɔrəvˌbɑl/
Woordafbreking
  • korf·bal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord korfbal -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

korfbal o

  1. (sport) sport waarbij teams die uit zowel mannen als vrouwen bestaan scoren wanneer het lukt de bal bij de tegenstanders door een mand (korf) zonder bodem te gooien
    • Korfbal is een van oorsprong Nederlandse sport en een van de weinige sporten die gemengd door mannen en vrouwen gespeeld wordt. 
Hyponiemen
  • microkorfbal, veldkorfbal, zaalkorfbal
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
korfballen

korfbal

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van korfballen
    • Ik korfbal. 
  2. gebiedende wijs van korfballen
    • Korfbal! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van korfballen
    • Korfbal je? 

Gangbaarheid

  • Het woord korfbal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.