korfbal
Nederlands
Woordafbreking
- korf·bal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van korf zn en bal zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | korfbal | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
korfbal o
- (sport) sport waarbij teams die uit zowel mannen als vrouwen bestaan scoren wanneer het lukt de bal bij de tegenstanders door een mand (korf) zonder bodem te gooien
- Korfbal is een van oorsprong Nederlandse sport en een van de weinige sporten die gemengd door mannen en vrouwen gespeeld wordt.
Hyponiemen
- microkorfbal, veldkorfbal, zaalkorfbal
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. een balsport waarbij een bal door een mand (korf) moet worden gegooid
Werkwoord
vervoeging van |
---|
korfballen |
korfbal
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van korfballen
- Ik korfbal.
- gebiedende wijs van korfballen
- Korfbal!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van korfballen
- Korfbal je?
Gangbaarheid
- Het woord korfbal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'korfbal' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.