autobus

• Geluid:  autobus    (hulp, bestand)

• au·to·bus

• samenstelling van  auto   en  bus   [1]

autobus m

1. (verkeer) een groot voertuig voor het vervoeren van een groot aantal passagiers

1. • Gaan jullie per trein of per autobus? 

• bus, touringcar

• autobusbedrijf, autobusdienst, autobusgarage, autobushalte, autobuskaart, autobuslijn, autobusstation, autobusverkeer

• Indonesisch: otobus

• Het woord autobus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'autobus' herkend door:

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˈautobus/

• au·to·bus

autobus m

1. (verkeer) bus, autobus

• IPA: /aʊ̯tɔbʊs/

autobus m

1. (verkeer) autobus

• bus m

• autobusový

• nastúpiť do autobusu - instappen in een autobus
• vystúpiť z autobusu - uitstappen uit een autobus

• auto o
• autokar m
• električka v
• mikrobus m
• trolejbus m

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• IPA: /aʊ̯tɔbʊs/

• au·to·bus

• Afgeleid van het bijvoeglijk naamwoord automobilní en het zelfstandig naamwoord omnibus

autobus m onbezield

1. (verkeer) autobus

• bus m onbezield

• dopravní prostředek m onbezield
• motorové vozidlo o

• autobusák m onbezield
• autobusový

• kloubový autobus m onbezield
• linkový autobus m onbezield
• nízkopodlažní autobus m onbezield

• auto o
• automobil m onbezield
• autokar m onbezield
• mikrobus m onbezield
• trolejbus m onbezield

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)