touringcar

touringcar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tou·ring·car
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘autobus voor toeristische reizen’ voor het eerst aangetroffen in 1937 [1]
  • samenstelling van  touring   en  car   [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord touringcar touringcars
verkleinwoord touringcarretje touringcarretjes

Zelfstandig naamwoord

touringcar v/m

  1. (verkeer) een luxe autobus om reizen of uitstappen mee te maken
    • Hebben jullie een touringcar gekocht? 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord touringcar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.