humus
Nederlands
Woordafbreking
- hu·mus
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘teelaarde’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1828 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | humus | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
humus m
- Humus is het traag afbreekbare deel van de organische stof in de bodem; organische stof is al het dode organische materiaal dat in de bodem aanwezig is.
- Humus is meestal het zwarte van de aarde dat bestaat uit vergane plantenresten.
Gangbaarheid
- Het woord humus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'humus' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.