planeet
Nederlands
Woordafbreking
- pla·neet
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘hemellichaam’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- Afkomstig van het (Oud)Griekse πλανήτης (planētēs) (zwerver) dat op zijn beurt verwant is met het Griekse πλαναώ (ronddwalen). Dit omdat de bewegingen van de planeten sterk afwijken van de bewegingen van de sterren. Vergelijk ook het Nederlandse dwaalster.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | planeet | planeten |
verkleinwoord | planeetje | planeetjes |
Zelfstandig naamwoord
planeet v/m
- (astronomie) een groot, rond en massief hemellichaam dat zelf geen licht geeft en in een vaste baan rond een ster draait
- De Aarde is een planeet.
Synoniemen
- dwaalster
Hyponiemen
- bijplaneet, binnenplaneet, buitenplaneet, dwergplaneet, exoplaneet, gasplaneet, ijsplaneet, zusterplaneet, zwerfplaneet
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. een groot, rond en massief hemellichaam dat zelf geen licht geeft en in een vaste baan rond een ster draait
|
|
Gangbaarheid
- Het woord planeet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'planeet' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.