aanslag

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanslag    (hulp, bestand)
  • IPA: /'anˌslɑx/
Woordafbreking
  • aan·slag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanslag aanslagen
verkleinwoord aanslagje aanslagjes

Zelfstandig naamwoord

aanslag m

  1. het aanslaan van iets
  2. (muziek) wijze van aanslaan van toetsen
    • Het meisje had een mooie aanslag op de piano. 
  1. (juridisch), (financieel) vordering van de belastingdienst
    • De aanslag werd in Nederland verzonden in de beruchte blauwe envelop. 
  1. terroristische aanval
    • De aanslag op de twin towers is de bekendste terroristische aanslag. 
    • Op Hitler werden in totaal 42 aanslagen gepleegd, helaas ging er steeds wat mis 
  1. korst afgezet vuil
    • In het huis van de alcoholist waren alle wastafels bedekt met een vieze aanslag. 
  1. (techniek) een voorziening op een rail of as die de bewegingsruimte van een of ander mobiel onderdeel beperkt
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen


Verwante begrippen
Spreekwoorden
  • (militair) in de aanslag brengen: tegen de wang leggen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aanslag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.