envelop

envelop

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • en·ve·lop
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘briefomslag’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1817 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord envelop enveloppen
verkleinwoord envelopje envelopjes

Zelfstandig naamwoord

envelop v/m

  1. een papieren omslag voor brieven
    • Stuur deze bon in een ongefrankeerde envelop naar het volgende adres. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord envelop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.