afzetting
Nederlands
Woordafbreking
- af·zet·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afzetting | afzettingen |
verkleinwoord | afzettinkje | afzettinkjes |
Zelfstandig naamwoord
afzetting v
- iets waarmee je mensen kunt tegen houden zoals bijvoorbeeld een hek of een link
- De politie had rond de plaats van de misdaad een afzetting geplaatst.
- (medisch) amputatie van een lichaamsdeel
Vertalingen
1. iets waarmee je mensen kunt tegen houden zoals bijvoorbeeld een hek of een link
2. amputatie van een lichaamsdeel
Gangbaarheid
- Het woord afzetting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'afzetting' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.