juridisch
Nederlands
Woordafbreking
- ju·ri·disch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | juridisch | juridischer | |
verbogen | juridische | juridischere | |
partitief | juridisch | juridischers | - |
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘rechtskundig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1751 [1]
Bijvoeglijk naamwoord
juridisch
- betrekking hebbend op het recht en de rechtsleer
- Hij is een juridisch expert.
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
het juridische steekspel.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord juridisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'juridisch' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.