schokbreker

Nederlands

met olie gevulde schokbreker
Uitspraak
Woordafbreking
  • schok·bre·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schokbreker schokbrekers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

schokbreker m [2]

  1. (techniek) apparaat dat de werking van een veer dempt
    • Samen met zijn maat uit Buurse gold de coureur die dit jaar nationaal crosskampioen in de Twinshock-klasse werd - "nostalgische motoren met dubbele schokbrekers, luchtgekoelde motor en ouderwetse trommelremmen" - als een van de grote kanshebbers. [3] 
  1. (figuurlijk) alles wat besluitvorming trager en stroperiger maakt
    • Door het referendum uit te roepen heeft voormalig premier David Cameron ­alle schokbrekers uitgeschakeld. Brexiteers konden bijgevolg op volle kracht vooruit, ongeremd door beoordelingen over de impact, analyses of trucjes die bedenktijd hadden toegestaan. [4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord schokbreker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. schokbreker op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Tubantia 29-10-2007
  4. de Standaard DINSDAG 12 SEPTEMBER 2017
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.