belastingaanslag

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • be·las·ting·aan·slag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord belastingaanslag belastingaanslagen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

belastingaanslag m [1]

  1. vaststelling van wat iemand aan belastingen moet betalen
    • Bestuursvoorzitter Herna Verhagen en financieel directeur Jan Bos kregen vorig jaar het eerste pakketje aandelen in een bonusregeling over de periode 2013-2016. Om de belasting over die bonus te betalen, verkocht PostNL een deel van de bonusaandelen. Dat is de gebruikelijke gang van zaken in het bedrijfsleven om de belastingaanslag bij zulke bonusregelingen te betalen. Maar in dit geval was de waarde van de aandelenbonus als gevolg van een koersdaling van de aandelen te laag om de complete belastingaanslag te voldoen, aldus een woordvoerder. Omdat de commissarissen van PostNL, die over de beloningen van de top beslissen, vonden dat de bestuurders geen verlies mochten lijden als gevolg van een beloningsregeling van hun werkgever, heeft het bedrijf het tekort bijgepast.[2] 
Vertalingen
    1. vaststelling van wat iemand aan belastingen moet betalen   

Gangbaarheid
  • Het woord belastingaanslag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Menno Tamminga 14 april 2017
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.