-nis

Nederlands

Huidig
bestand
14
Uitspraak
  • IPA: /nɪs/, /nəs/
Woordafbreking
  • -nis
Woordherkomst en -opbouw

Achtervoegsel

-nis, -enis, -tenis

  1. vormt een vrouwelijk zelfstandig naamwoord uit een bijvoeglijk naamwoord
  2. vormt een vrouwelijk naamwoord van handeling van een werkwoord
1
2

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.