schennis
Nederlands
Woordafbreking
- schen·nis
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘het schenden’ voor het eerst aangetroffen in 1301 [1]
- Naamwoord van handeling van schennen met het achtervoegsel -nis [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schennis | schennissen |
verkleinwoord | - | - |
Verwante begrippen
Hyponiemen
|
|
|
|
Gangbaarheid
- Het woord schennis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schennis' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.