ontsteltenis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ontsteltenis (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ɔntˈstɛɫ.tə.nɪs/
- (Vlaanderen, Brabant): /ɔntˈstɛl.tə.nɪs/
Woordafbreking
- ont·stel·te·nis
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘verwarring’ voor het eerst aangetroffen in 1636 [1]
- Naamwoord van handeling van ontstellen met het achtervoegsel -enis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ontsteltenis | ontsteltenissen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
ontsteltenis v
- toestand van plotselinge en grote schrik, verwarring en/of paniek
- Tot mijn grote ontsteltenis zag ik dat.
Vertalingen
1. toestand van plotselinge en grote schrik, verwarring en/of paniek
Gangbaarheid
- Het woord ontsteltenis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ontsteltenis' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.