beeltenis
![](../I/m/WLANL_-_Sandra_Voogt_-_Draagbord_met_beeltenis_van_Hugo_de_Groot.jpg)
beeltenis van Hugo de Groot
Nederlands
Woordafbreking
- beel·te·nis
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘afbeelding’ voor het eerst aangetroffen in 1569 [1]
- van beeld met het achtervoegsel -enis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beeltenis | beeltenissen |
verkleinwoord | beeltenisje | beeltenisjes |
Gangbaarheid
- Het woord beeltenis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'beeltenis' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.