beeltenis

beeltenis van Hugo de Groot

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • beel·te·nis
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘afbeelding’ voor het eerst aangetroffen in 1569 [1]
  • van beeld met het achtervoegsel -enis
enkelvoud meervoud
naamwoord beeltenis beeltenissen
verkleinwoord beeltenisje beeltenisjes

Zelfstandig naamwoord

beeltenis v

  1. afbeelding, portret
    • Op de munt staat de beeltenis van de koning. 

Gangbaarheid

  • Het woord beeltenis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.