vuilnis
Nederlands
Woordafbreking
- vuil·nis
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘vuil, afval’ voor het eerst aangetroffen in 1400 [1]
- afgeleid van vuil met het achtervoegsel -nis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vuilnis | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
vuilnis o
- materiaal dat weggeworpen wordt
- 's Woensdags wordt het vuilnis opgehaald.
Afgeleide begrippen
- vuilnisauto, vuilnisbak, vuilnisblad, vuilnishoop, vuilnisman, vuilniswagen, vuilniszak
Vertalingen
1. materiaal dat weggeworpen wordt
Gangbaarheid
- Het woord vuilnis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vuilnis' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.