vonnis

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • von·nis
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘rechterlijke uitspraak’ voor het eerst aangetroffen in 1237 [1]
  • Naamwoord van handeling van (het Middelnederlandse) vinden met het achtervoegsel -nis [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord vonnis vonnissen
verkleinwoord vonnisje vonnisjes

Zelfstandig naamwoord

vonnis o

  1. (juridisch) een beslissing van een rechter in dagvaardingsprocedures
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • banvonnis, doodvonnis, eindvonnis, kop-staartvonnis, tussenvonnis
Uitdrukkingen en gezegden
  • Vonnis vellen ( of strijken)
  • De jongste schepen velt ( of wijst) het vonnis
  • het vonnis ten uitvoer leggen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
vonnissen

vonnis

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vonnissen
    • Ik vonnis. 
  2. gebiedende wijs van vonnissen
    • Vonnis! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vonnissen
    • Vonnis je? 

Gangbaarheid

  • Het woord vonnis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.