Kweekschool van de Broeders van de Onbevlekte Ontvangenis

De Kweekschool van de Broeders van de Onbevlekte Ontvangenis, afgekort: Kweekschool van de Broeders, informeel: bij de Broeders op de Tongerseweg, ook aangeduid als Trichter College, is een voormalig school-, juvenaats- en kloostercomplex van de Broeders van Maastricht, gelegen aan Tongerseweg 135 in de Maastrichtse wijk Biesland. Het gebouw is sinds 1997 geklasseerd als rijksmonument onder nummer 506723. De juvenaatskapel is min of meer in originele staat bewaard gebleven met onder meer wand- en plafondschilderingen van F.H. Bach.

Kweekschool van de Broeders
van de Onbevlekte Ontvangenis
(Trichter College)
Zicht vanuit het zuidoosten op een deel van het complex met de watertoren. Links de Juvenaatskapel
Locatie
LocatieMaastricht, Biesland, Tongerseweg 135
Status en tijdlijn
Oorspr. functieschoolgebouw, juvenaat, klooster
Huidig gebruikgeen
Start bouw1907
Bouw gereed1909
Sluiting2015
Verbouwing1936-37
Architectuur
Bouwstijlneorenaissance, functionalisme
Bouwinfo
ArchitectLambertus Faber; Alphons Boosten
Erkenning
Monumentstatusrijksmonument
Monumentnummer506723
De hal van het Trichter College in 2004
Portaal    Civiele techniek en bouwkunde

Geschiedenis

In 1909 verrees op deze plaats, buiten de bebouwde kom, het tweede grote gebouwencomplex in Maastricht van de Broeders van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria. Het gebouw was bedoeld voor jongens die een interne opleiding tot broeder en onderwijzer wilden volgen, een combinatie van kleinseminarie en kweekschool in feite.

Plaquette uit 1909

De architect, Lambertus Faber uit Scheveningen, werd in zijn taak bijgestaan door broeder-timmerman Gommarus Gerling. Het klooster werd gebouwd in de groeve waaruit de klei voor de gebruikte bakstenen werd gewonnen. De hoofdvleugel en de oostvleugel van het complex waren bestemd voor het onderwijs aan de 'kwekelingen' en het juvenaat. De westvleugel was bestemd voor de broeders-docenten; hier waren ook enkele werkplaatsen. Op de zolderverdieping waren 190 houten chambrettes gebouwd voor leerlingen en docenten. De school had centrale verwarming, een eigen elektriciteitscentrale en zelfs een watertoren voor de eigen drinkwatervoorziening, aangezien de gemeente Oud-Vroenhoven, waar het gebouw stond, deze nutsvoorzieningen niet kon leveren.[1]

Door de grote aanwas van juvenisten die minder geschikt waren om onderwijzer te worden, raakte het gebouw langzaam overbevolkt. In 1927 vertrok een deel van de aspirant-broeders naar een nieuw juvenaat in Zevenaar. Tegelijkertijd ontstond de behoefte om naast de onderwijzersopleiding ook in technisch onderwijs te voorzien. In 1936-37 werd het complex uitgebreid met een vakschool naar ontwerp van Alphons Boosten. Hier vond onderwijs plaats in timmeren, smeden, schoenmaken, kleermaken, schilderen en drukken, later uitgebreid met een koksopleiding.[2] In 1941 werd het gebouw in beslag genomen door de SS. In 1943-44 werden hier door Organisation Todt 1400 arbeiders ondergebracht, die werkten aan een spoorweg tussen Station Maastricht Boschpoort en de Cannerberg, waar een geheime, ondergrondse lanceerbasis voor V1-raketten werd ingericht. Na de bevrijding van Maastricht in september 1944 vonden Amerikaanse legeronderdelen hier enkele maanden onderdak. Pas in januari 1945 was het gebouw weer beschikbaar voor onderwijs.[1]

In 1958 werden de eerste 'externen' (leerlingen die niet in het internaat verbleven) toegelaten. Bij de invoering van de Mammoetwet in 1968 werd de vooropleiding van de kweekschool omgezet in een havo. Samen met de mavo van de Broeders aan de Herbenusstraat, later Terra Nigrastraat, stond deze vanaf 1965 bekend als Scholengemeenschap Oud-Vroenhoven. De vakschool verhuisde naar Zevenaar. In 1969 werd het internaat opgeheven en een jaar later sloot het juvenaat. In 1973 fuseerde de onderwijzersopleiding van de broeder met die van de Zusters van het Arme Kind Jezus. Het onderwijs vond vanaf 1975 plaats in het gebouw van de Kweekschool Immaculata aan de Brusselseweg. De school aan de Tongerseweg was vanaf dat moment nog slechts middelbare school.[3] In 1987 fuseerde de school met het Henric van Veldekecollege en ging daarna verder onder de naam Trichter College. In 1994 vertrokken de laatste broeders uit het kloostergedeelte, hoewel er nog tot 2003 broeders les gaven.[1]

In 2003 volgde een nieuwe fusie met het Montessori College, waardoor het Bonnefanten College ontstond. Twee jaar later sloot de Bernard Lievegoed School zich hierbij aan. Het scholencluster verzorgde van 2005-2015 voortgezet onderwijs op drie locaties in Maastricht: de oude kweekschool aan de Tongerseweg (havo/vwo), de relatief nieuwe school aan de Eenhoornsingel in Belfort (vmbo) en de min of meer zelfstandig opererende Bernard Lievegoed School aan de Nijverheidsweg in Scharn (vrijeschoolonderwijs).

Vanwege de teruglopende leerlingenaantallen en de slechte bouwkundige staat van het gebouw, werd besloten de voormalige kweekschool op te geven als onderwijslocatie. Vanaf 2015 staat het gebouw aan de Tongerseweg leeg.

Architectuur

Het gebouw van Faber

Voor de kweekschool aan de Tongerseweg kopieerde architect Faber min of meer zijn eigen ontwerp voor de in 1896 gereedgekomen Nieuwe Beyart, het moederhuis van de Broeders van Maastricht. Het in 1909 voltooide gebouw is een groot E-vormig complex met de kapel centraal geplaatst tussen de twee buitenste vleugels. De watertoren aan de zuidkant van de oostvleugel is nog aanwezig. Het gebouw in neorenaissancestijl heeft een 85 m lange voorgevel aan de Tongerseweg. In 1913 werden hier beelden van Sint-Aloysius en Sint-Vincentius geplaatst. De gevels zijn rijk gedetailleerd met verschillende tinten baksteen in speklagen en met kruisvensters. Een opvallend element zijn de dakkapellen die voorzien zijn van trapgeveltjes. De mansardedaken zijn van boven afgeplat. In het interieur zijn vooral de entreehal en gangen met kruisribgewelven en granito vloeren met mozaïekranden van belang. Op de zolderverdieping is de sfeer van het internaat nog ten dele aanwezig.[4]

Het gebouw van Boosten

De vakschool, soms ook juvenaat genoemd, werd in 1936-37 gebouwd naar ontwerp van Alphons Boosten. Het omvat een viertal functionalistisch vormgegeven blokken onder een plat dak in de zuidwesthoek van het complex. Doordat het materiaalgebruik is afgestemd op het bestaande gebouw (inclusief de spekbanden van gele baksteen), detoneert dit deel niet. Een bijzonder architectonisch element zijn de trappenhuizen met hoge glas-in-loodvensters.

De kapel

De kapel, in gebruik als juvenaatskapel, daarna als gymzaal en studiezaal, is opgetrokken in een neoromaanse stijl. Op het dak staat een dakruiter met daarin twee luidklokken. In het interieur zijn de kruisribgewelven en de gebeeldhouwde kapitelen van belang. In 1923 werd een orgel van de firma Vermeulen in de kapel geplaatst. Zeer bijzonder zijn de art deco schilderingen uit 1923-27, onder andere in de apsis en op de triomfboog. Deze door de Groningse schilder Franciscus Hermanus Bach uitgevoerde wand- en gewelfschilderingen brengen mannelijke heiligen en engelen in beeld, die de juvenisten moesten inspireren tot een heilig leven.

Tuin en begraafplaats

De tuin ten zuiden van het gebouwencomplex wordt gekenmerkt door een ovale structuur met een groot gazon en daar omheen lopende paden. In de zuidwesthoek van het perceel ligt de begraafplaats, die voor alle Maastrichtse ordeleden is bedoeld. Aan de westzijde ligt een sportterrein.

Zie ook

Zie de categorie Trichtercollege van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.