Regering-G. Eyskens III
De regering-G. Eyskens III (6 november 1958 - 3 september 1960) was een Belgische regering. De regering bestond uit de CVP/PSC (104 zetels) en de Liberale Partij (21 zetels).
G. Eyskens III
| ||||
Regeringsleider Gaston Eyskens | ||||
Coalitie | CVP/PSC Liberale Partij | |||
Zetels Kamer | 125 van 212 (1 juni 1958) | |||
Premier | Gaston Eyskens | |||
Aantreden | 6 november 1958 | |||
Einddatum | 3 september 1960 | |||
Voorganger | G. Eyskens II | |||
Opvolger | G. Eyskens IV | |||
|
Ze volgde de regering-G. Eyskens II op nadat de christen-democraten en de liberalen een akkoord hadden gesloten over het schoolbeleid en werd opgevolgd door de regering-G. Eyskens IV nadat de Congocrisis voor een uitgebreide herschikking van de regering zorgde.
Samenstelling
De regering bestond uit 18 ministers. De CVP/PSC had er 11 en de Liberale Partij had er 7.
Naam | Partij | Functie en bevoegdheden | Termijn | ||
---|---|---|---|---|---|
Gaston Eyskens | CVP/PSC | Premier | 6 november 1958 - 3 september 1960 | ||
Albert Lilar | Liberale Partij | Vicepremier (vanaf 20 november 1958) en Minister Algemeen Bestuur en Administratieve Hervorming |
6 november 1958 - 3 september 1960 | ||
Albert de Vleeschauwer | CVP/PSC | Minister Landbouw |
6 november 1958 - 3 september 1960 | ||
Arthur Gilson | PSC/CVP | Minister Landsverdediging |
6 november 1958 - 3 september 1960 | ||
Paul-Willem Segers | CVP/PSC | Minister Verkeerswezen |
6 november 1958 - 3 september 1960 | ||
Léon Servais | PSC/CVP | Minister Sociale Voorzorg |
6 november 1958 - 3 september 1960 | ||
Paul Vanden Boeynants | PSC/CVP | Minister Middenstand |
6 november 1958 - 3 september 1960 | ||
Maurits Van Hemelrijck | CVP/PSC | Minister Belgisch Kongo en Ruanda-Urundi (tot 23 juni 1960) Afrikaanse Zaken (vanaf 23 juni 1960) |
6 november 1958 - 3 september 1959 | ||
August De Schryver | CVP/PSC | 3 september 1959 - 3 september 1960 | |||
Jean van Houtte | CVP/PSC | Minister Financiën |
6 november 1958 - 3 september 1960 | ||
Pierre Wigny | PSC/CVP | Minister Buitenlandse Zaken |
6 november 1958 - 3 september 1960 | ||
René Lefebvre | Liberale Partij | Minister Binnenlandse Zaken |
6 november 1958 - 3 september 1960 | ||
Oscar Behogne | PSC/CVP | Minister Arbeid |
6 november 1958 - 3 september 1960 | ||
Pierre Harmel | PSC/CVP | Minister Culturele Zaken |
6 november 1958 - 3 september 1960 | ||
Omer Vanaudenhove | Liberale Partij | Minister Openbare Werken en Wederopbouw |
6 november 1958 - 3 september 1960 | ||
Laurent Merchiers | Liberale Partij | Minister Justitie |
6 november 1958 - 3 september 1960 | ||
Charles Moureaux | Liberale Partij | Minister Openbaar Onderwijs |
6 november 1958 - 3 september 1960 | ||
Jacques Van der Schueren | Liberale Partij | Minister Economische Zaken |
6 november 1958 - 3 september 1960 | ||
Jacques Van Offelen | Liberale Partij | Minister Buitenlandse Handel |
6 november 1958 - 3 september 1960 | ||
Raymond Scheyven | PSC/CVP | Minister Zonder Portefeuille, (belast met economische en financiele zaken van Belgisch-Kongo en Ruanda-Urundi) |
17 november 1959 - 3 september 1960 | ||
Walter Ganshof van der Meersch | technicus | Minister Zonder Portefeuille, (belast met de algemene zaken in Afrika (tot 20 juli 1960)) |
16 mei 1960 - 3 september 1960 |
Herschikking
- Op 20 november 1958 wordt Albert Lilar (LP) belast met het ondervoorzitterschap van de kabinetsraad.
- Op 3 september 1959 wordt August De Schryver (CVP/PSC) benoemd tot minister van Belgisch-Kongo en Ruanda-Urundi in de plaats van ontslagnemend minister Maurits Van Hemelrijck (CVP/PSC).
- Op 17 november 1959 wordt Raymond Scheyven (PSC/CVP) minister zonder portefeuille, belast met de economische en financiele zaken van Belgisch-Kongo en Ruanda-Urundi.
- Op 16 mei 1960 wordt Walter Ganshof van der Meersch (technicus) minister zonder portefeuille, belast met de algemene zaken in Afrika (tot 20 juli 1960).
- Op 23 juni 1960 wordt minister van Belgisch-Kongo en Ruanda-Urundi August De Schryver (CVP/PSC) minister van Afrikaanse Zaken.
Verloop
Splitsing van het NIR
De regering besliste, bij de wet van 18 mei 1960 houdende organisatie van de Instituten der Belgische Radio en Televisie, dat het Nationaal Instituut voor de Radio-omroep (NIR) opgeheven werd en richtte de Nederlandstalige Belgische Radio- en Televisieomroep (BRT) en Franstalige Radio-Télévision belge (RTB) op.
Communautaire spanningen
De tienjaarlijkse volkstelling die in 1960 zou worden gehouden, was het onderwerp van de gemeenschapsspanningen rond het taalcomponent. De Vlaamse Beweging was vooral bezorgd dat de volkstelling een uitbreiding van de Franstalige "olievlek" rond Brussel aan het licht zou brengen. Uiteindelijk werd de volkstelling uitgesteld tot 1961 en werd het taalkundige component afgeschaft.
Belgisch Congo
Het Congodossier stond centraal in de bezorgdheid van de regering. De rellen in Leopoldville van januari 1959 brachten het proces van de onafhankelijkheid van Congo op gang. Aanvankelijk was de regering voorstander van een beperkte vorm van onafhankelijkheid, maar ze werd gedwongen zich terug te trekken tegenover de afwijzing van de Congolese nationalisten en de toenemende spanningen in Congo. De weigering om Belgische troepen te sturen leidde tot de organisatie van de Rondetafelconferentie in Brussel, waaraan de verschillende Belgische en Congolese partijen deelnamen om de voorwaarden voor de totale onafhankelijkheid van Congo vast te stellen, die gepland was voor 30 juni 1960. De afscheiding van Katanga en Kasai werd door de regering niet officieel erkend, ondanks de druk van de Union Minière du Haut Katanga en koning Boudewijn. De muiterij van de Congolese soldaten die de dood van Belgen tot gevolg had, leidde echter tot het sturen van Belgische troepen naar Congo, die van de situatie gebruik maakten om Katanga en Kasaï te steunen. De regering werd op 3 september 1960 herschikt om een hardere pro-Katangese lijn te doen gelden.