Tom Poes (stripreeks)

De verhalen rond Tom Poes en Heer Bommel zijn een Nederlandse stripreeks, begonnen door Marten Toonder. De strip wordt ook weleens aangeduid als De avonturen van Tom Poes, maar deze titel wordt ook gebruikt voor enkele verzamelbundels (9 delen). Voor de in totaal 178 tekststrips die van 1941 tot 1986 doorlopend en daarna opnieuw eenmalig in 2016 zijn verschenen in verscheidene kranten, wordt ook wel de term Bommelsaga gebruikt. Verder verschenen er ongeveer 80 ballonstrips, die grotendeels werden geschreven en getekend door de Toonder Studio's. Deze verhalen werden vanaf de jaren 50 voorgepubliceerd in enkele stripbladen, waaronder Donald Duck.

Bommelsaga/
Avonturen van Tom Poes
Marten Toonder presenteert nieuwe Bommel-uitgave in Kasteel Nederhorst, 1973
Land van oorsprong Nederland
Oorspronkelijke taalNederlands
Genretekststrip, humoristische strip, dierenstrip, satirische strip, Antropomorfisme
Creatieteam
Bedenker(s)Marten Toonder
Schrijver(s)Phiny Dick
Marten Toonder
Dick Matena
Henk Hardeman
Tekenaar(s)Marten Toonder
Dick Matena
Henrieke Goorhuis
Publicatie
SyndicatieToonder Studio's
UitgeverDe Bezige Bij (1967-1989, 2008-heden)
Panda (1991-2002)
Big Balloon (1994-1997)
Publicatie177 tekststrips
77 ballonstrips
1 boek
PublicatiemediaKranten
Tijdschriften
Boek
Huidige statusBeëindigd
Eerste publicatie16 maart 1941
Laatste publicatie3 november 2016
Portaal    Strip

De verhalen draaien om antropomorfe dieren en enkele menselijke personages. Veel van de verhalen spelen zich geheel of gedeeltelijk af in de fictieve plaats Rommeldam.

De strip is met enige afstand de bekendste van Toonders hand.

Publicatiegeschiedenis

Beeld van Tom Poes in Rotterdam

Oorsprong

In 1931 maakte de jonge Marten Toonder een zeereis naar Buenos Aires. Daar ontmoette hij Jim Davis, een voormalige assistent van de geestelijke vaders van Felix de Kat, Pat Sullivan of Otto Messmer. Deze bracht Toonder in korte tijd enkele principes van het striptekenen bij. Het is mogelijk dat deze ervaring[1]:104-112 Toonder ertoe heeft gebracht juist een kat de hoofdrol in zijn grote stripreeks te geven.

Dagstrips

Het eerste verhaal Het geheim der blauwe aarde verscheen op 16 maart 1941 in De Telegraaf, nadat Toonder al in juli 1939[2]:189 een toen nog naamloze poes had ontwikkeld. Hoofdredacteur Johannes Cornelis Fraenkel dwong Marten Toonder tot het scheiden van tekeningen en tekst en verbood het aansnijden van actuele onderwerpen. Bovendien eiste hij een pakkende naam. De naam Tom Poes werd door Toonders vrouw Phiny Dick opgeworpen toen ze met moorkoppen thuis kwam van de bakker.[noot 1] Marten Toonder vroeg haar ook de strip te schrijven, maar na zes afleveringen van het eerste verhaal gaf ze die opdracht terug aan hem.[3]:70-76 De strip werd echter wel vanaf het begin getekend door Toonder.

De strip is tot 20 november 1944 blijven verschijnen in De Telegraaf en werd toen tegen het einde van het verhaal De Chinese waaier plotseling afgebroken.[noot 2] Op 10 maart 1947 werd de serie gelijktijdig hervat in de kranten Nieuwe Rotterdamsche Courant (het huidige NRC Handelsblad) en de Volkskrant met het verhaal De wonderdokter. Het verscheen verscheidene decennia in die kranten en enkele regionale dagbladen. Bij deze krantenstrips staan de teksten naast of onder de tekeningen.

Waar Toonder aanvankelijk teksten schreef om de tekeningen te verduidelijken, werden vanaf ca. 1950 geleidelijk de rollen omgedraaid. Toonder was niet langer in de eerste plaats een tekenaar, maar werd een verteller. Zijn verhaaltrant kent vele eigenaardigheden, waarvan enkele woorden sindsdien als neologismen hun weg in het dagelijks taalgebruik hebben gevonden.[noot 3]

Bij het vertrek van hoofdredacteur Joop Lücker bij de Volkskrant in 1964 trok Toonder uit solidariteit zijn strip terug uit die krant.[noot 4] Veel later volgden ook andere landelijke en regionale dagbladen met opname van de strip. Op 20 januari 1986 verscheen de laatste aflevering van het laatste verhaal Het einde van eindeloos. Nadien zijn veel dagbladen doorgegaan met de herpublicatie van oudere verhalen. De dagbladpublicaties zijn bekend geworden onder de naam "Bommelsaga".

In 2016 verscheen er een nieuw tekststripverhaal, geschreven door Henk Hardeman en getekend door Henrieke Goorhuis.

Weekstrips

Naast de krantenstrips met tekst onder de tekeningen zijn er ook vele tientallen verhalen van Tom Poes en Heer Bommel gepubliceerd in onder andere het weekblad Donald Duck, uitgevoerd als ballonstrips. Deze verhalen bevatten overwegend dezelfde personages als de krantenstrips en hebben ook dezelfde thema's (reizen naar vreemde oorden en dergelijke), maar ze zijn wat meer dan de krantenstrips op kinderpubliek gericht en bevatten dan ook minder diepgang. Een deel van deze ballonstrips zijn bewerkingen van de eerder verschenen dagstrips, andere zijn geheel nieuwe verhalen.

De weekstrip Tom Poes verscheen eerst in Donald Duck van 1 oktober 1955 tot 23 augustus 1969, vervolgens opnieuw van 22 augustus 1980 tot 7 oktober 1988, en daarna nog eens kortstondig in 1999 en 2000. Het allereerste verhaal in Donald Duck was De toverleerling. Het ding X13 was in 1984 voorlopig het laatste echt nieuwe verhaal dat als ballonstrip in de Donald Duck verscheen. Hierna volgde nog een ingekorte versie van Het klerenkoffertje, een verhaal dat in 1956 ook al in het weekblad was verschenen. In de daaropvolgende jaren verschenen enkele oudere verhalen opnieuw als ballonstrip in Donald Duck.[4] De laatste twee verhalen werden verzorgd door Dick Matena, die eind jaren negentig de strip op verzoek van Toonder Studio's voortzette. Ook de meeste andere weekstripverhalen waren niet van de hand van Toonder zelf, maar van zijn studiomedewerkers.

De weekstrips zijn ook verschenen in onder meer de tijdschriften Ons Vrij Nederland en Revue. Enkele platen zijn hiervan opnieuw getekend, omdat de oorspronkelijke tekeningen bij een brand op Kasteel Nederhorst (waar Toonder Studio's destijds was gevestigd) verloren waren gegaan. De laatste vijf Tom Poes-verhalen die in de tweede helft van de jaren 80 in Donald Duck zijn verschenen, zijn overdrukken van verhalen die oorspronkelijk in Revue waren verschenen.

Vanaf 8 maart 2013 verscheen een nieuw Tom Poes-verhaal, de Pas-Kaart, dat werd voorgepubliceerd in tien nummers van het emigratiemagazine VertrekNL. Het was geschreven en getekend door Dick Matena.

Andere strips

De eerste buitenlandse publicatie verscheen op 18 december 1941 in het tweewekelijks blad "Punta" in Tsjechoslowakije.[2]:199

In november 1944 was van de hand van Toonder het aanvankelijk illegale blad Metro met onder andere politieke cartoons verschenen.

Personages

Hoofdpersonages

Aanvankelijk was de kat Tom Poes de enige hoofdfiguur in de strip. Latere verhalen kregen vaak de naam van de beer Heer Bommel, die in het derde avontuur In den toovertuin zijn intrede deed. Heer Bommel werd in eerste instantie een vast personage in de strips, waarna hij zich al vrij snel ontwikkelde tot de tweede hoofdrolspeler, naast Tom Poes.

De verhalen kenmerken zich met name door de voortdurende interactie tussen deze twee hoofdpersonen: enerzijds de slimme, bijna betweterige kat en anderzijds de dommige en ietwat naïeve, goedbedoelende "heer van stand". Het grote succes van de strip is waarschijnlijk voor een zeer groot deel hierop terug te voeren .

Het geheim van het noorderlicht is het enige verhaal na In den toovertuin zonder belangrijke rol voor heer Bommel. Het 153e verhaal, Het griffoen-ei, gepubliceerd in 1976, is het enige verhaal in de reeks waar Tom Poes zelf geen rol in heeft. Tom Poes woont al die jaren aan de Zandweg in een eenvoudig huisje, vlak bij het kasteel aan de Distellaan.

Belangrijke nevenpersonages

Joost is de bediende in het kasteel Bommelstein. Inwoners van Rommeldam en mede-clubleden van de Kleine Club zijn onder andere de notabelen Markies de Canteclaer, de burgemeester Dickerdack, en O. Fanth Mzn uitgever van de lokale krant. De wetenschap wordt vertegenwoordigd door enerzijds professor Prlwytzkofsky (stadsfenomenoloog) met zijn assistent Alexander Pieps en anderzijds de zelfstandig ondernemende geleerde Sickbock. Tot het Kleine Volkje behoren onder andere de zorgzame werker Pee Pastinakel, de minstreel Lut Lierelij en de denker Kwetal. Tegenspelers van Heer Bommel en Tom Poes zijn onder andere magister Hocus Pas, de Zwarte Zwadderneel, de vrije jongens Bul Super en Hiep Hieper en de reeds genoemde Sickbock. Vertegenwoordigers van het gezag zijn verder de agent Brigadier Snuf, de politiecommissaris Bulle Bas en ambtenaar 1ste klasse Dorknoper. De wat alleen opererende personages zijn verder de zeekapitein Wal Rus, de kunstenaar Terpen Tijn en de levensgenieter Wammes Waggel.

In het verhaal De kiekvogel uit 1958 maakte Anne Marie Doddel, de vriendin, buurvrouw en uiteindelijke echtgenote van Heer Bommel, haar opwachting. Bommel trouwt met haar in de laatste tekststrip die Toonder maakte, Het einde van eindeloos (1986).

Overzicht van verhalen en boekuitgaven

Standbeeld van Olivier Bommel in Goeree-Overflakkee

Alle verhalen

Van de hand van Marten Toonder zijn van 1941 tot 1986 177 tekststrips verschenen, in verscheidene kranten.

Ook verschenen van 1950 tot 1969 en van 1980 tot 1988 77 ballonstrips in het stripblad Donald Duck. In 2016 verscheen een nieuw verhaal.

De paperbackreeks 1967-1989, 1994-1997

Vanaf 1967 heeft uitgeverij De Bezige Bij de, naar het oordeel van Toonder, beste verhalen van de Boimmelsaga in paperbackvorm uitgegeven in de reeks Literaire Reuzenpockets. De plaatjes werden daarbij sterk verkleind. Veel van de omslagen in deze serie zijn van de hand van Phiny Dick en van Toonder.

De deeltjes Heer Bommel komt op, Heer Bommel vervolgt en Heer Bommel sluit aan beschouwde hij als overgang naar de betere verhalen.

Toonder was terughoudend over de herpublicatie van de overige verhalen. Een aantal daarvan zijn daarna nog gepubliceerd als Avonturen van Tom Poes.

In 1994 werd deze reeks opgevolgd door een tweede reeks met een gele omslag bij Uitgeverij Big Balloon. Het eerste in de reeks was Tom Poes en het geheim van het Nevelmoeras. Na een handjevol delen stopte deze reeks in 1997.

Volledige werken 1991-2002

Vanaf 1991 heeft de uitgeverij Panda de dagbladpublicaties (de Bommelsaga) uitgegeven in hetzelfde formaat als waarin de strips in de krant verschenen. De 177 verhalen zijn in 40 boeken gebundeld, in nauwe samenwerking met de auteur en onder auspiciën van het Haagsch Bommel Genootschap.

Onder de titel Heer Bommel - Volledige werken - De dagbladpublikaties[5] verscheen de heruitgave met een "fraaie kunstleren band" in een oplage van 2500 stuks, waarop kon worden ingetekend. Het is de enige integrale uitgave van de definitieve, door Toonder geautoriseerde versie van alle verhalen, zowel in tekst als in tekeningen. Band 1 begint met het eerste verhaal, en band 40 sluit in juni 2001 af met de laatste drie verhalen. Hans Matla was de drijvende kracht achter deze uitgave.

De Integrale Bommel Uitgave vormt een afrekening met vijftig jaar inferieure uitgaven, een grondslag voor wetenschappelijk onderzoek, maar bovenal een hommage aan de man die de Hollandse Vorm van het beeldverhaal – tekeningen met tekst eronder – tot een uitzonderlijk niveau heeft gebracht: de inmiddels 78-jarige Marten Toonder.

— Frits van der Waa[5]

Toonder verleende zijn volledige medewerking aan de productie van De Volledige Werken. Hij voorzag de verhalen van een kort Voorwoord Marten Toonder. Zijn zoon Eiso Toonder voegde daar Uit het familiearchief aan toe.

In de Verantwoording staan onder andere een Verantwoording van de redactie, de verworpen, de afgekeurde en de definitieve stripstroken, de vakantieaankondigingen, de eerder verschenen boekuitgaven en briefkaarten.

Toonder heeft enkele stripstroken opnieuw getekend omdat soms het cliché of de originele strook onvindbaar was. De tekst is opnieuw gezet en gecorrigeerd volgens de voorkeurspelling.

Na de dood van Toonder ontstond enige frictie tussen rechthebbenden en uitgevers, die later in goede harmonie lijkt te zijn opgelost.

De oblongreeks 2008-2018

In 2008 begon De Bezige Bij, in samenwerking met NRC Handelsblad, een project om de 177 verhalen van de Bommelsaga in 60 delen uit te geven.[6][7] De boeken hebben een oblongformaat, met de strips in dezelfde vorm en afmeting als waarin deze in de krant verschenen. Bij de teksten en afbeeldingen zou het volgens het colofon gaan om de laatste versie waarin Toonder nog correcties heeft kunnen aanbrengen. Het bleek echter niet om de door de auteur geautoriseerde versie van de "Volledige werken" te gaan, maar om een eerdere versie uit de jaren tachtig.[6] Het project is volgens de planning in 2018 afgerond.

Dertig jaar na het laatste verhaal van Marten Toonder verscheen op 3 november 2016 een nieuw album, Het lastpak, een uitgave van de Stichting het Toonder Auteursrecht, geschreven door Henk Hardeman en getekend door Henrieke Goorhuis.[8][9] Hoewel het boek slechts één verhaal bevat, lijkt het format het meest op de paperbackreeks van De Bezige Bij. De uitgave haalde de eerste week de hoogste notering, nummer 12 in de bestseller 60.[10]

Ook verscheen in september 2018 in het tijdschrift StripGlossy het korte verhaal Heer Bommel breekt door. Het verhaal werd geschreven door Hardeman en getekend door Goorhuis en Daan Jippes. Ook verscheen in datzelfde nummer de eerste pagina's van het verhaal De tijdverdrijver.[11] Dit verhaal werd in 1983 geschreven door Ruud Straatman, maar het werd indertijd niet verder uitgewerkt vanwege perikelen tussen Donald Duck en Toonder Studio's.[12] Enkele decennia later werd het dan toch uitgewerkt met tekeningen van Tim Artz. Het verscheen vanaf september 2018 in voorpublicatie in het tijdschrift StripGlossy.[13]

Thema's en motieven

Basisverhalen van de Bommelsaga

Pieter Steinz onderscheidde "in elk geval vier basisverhalen waarop inventief wordt gevarieerd":[14]

  1. de Reis naar een vreemd en vaak allegorisch buitenland;
  2. de Vreemdeling zoals de wraakgier, de grauwe razer, de trullenhoedster, de blijdschapper, de loodhervormer;
  3. het Voorwerp zoals de Pikkinring, de transmieter, de weetmuts, de vergelder;
  4. het Complot tegen Heer Bommel en de andere burgers van Rommeldam.

Opvoeding is een vaak optredend thema en dat van Heer Bommel als pedagoog of opvoeder, zoals in Het huilen van Urgje, De grauwe razer, De Kon Gruwer, De opvoedering, De vrezelijke krakken, De zwelbast en Het monster-ei.

Occulte elementen in de Bommelsaga

In 2007 publiceerde Willem Venerius een boek over het gebruik van occulte elementen in de strip.[15] Hij citeert daarbij een artikel van Mary Heijboer-Barbas[16], dat laat zien dat Toonder goed bekend was met occulte literatuur en daar ook veel elementen van gebruikte. Het boek bespreekt de genoemde verhalen.

Occulte elementen
Titel BV# Occult element
De spliterwt 73 I Tjing
De achtgever 74 I Tjing
De dropslaven 87 kaartleggen
Het ontstoffen 94 magie, hermetisme
De vuur-salamander 109 Papus: Traité élémentaire de magie pratique.
De wilde wagen 103 hermetisme
De trullenhoedster 116 magie, vrijmetselarij, heksenvervolging
Het booroog 117 I Tjing, theosofie en vrijmetselarij
De astromanen 127 astrologie
De blijdschapper 131 magie
De waarde-ring 134 magische ringen
De Grote Onthaler 157 alchemie, religies

In de Bommelsaga komen elementalen voor; mythisch wezens die verbonden zijn met een van de vier elementen uit de oudheid. Door Paracelsus werden ze al als werkelijk bestaande wezens opgevat. Voorbeelden van deze 'eenkanters' in de Bommelsaga zijn:

Elementalen
Titel BV# Elementaal
De liefdadiger 106 Lieven Brekel
De kaligaar 149 een kaligaar
De zelfkant 174 Pee Pastinakel
De vuur-salamander 109 Agilius (Agiel) de vuursalamander
veel verhalen Wammes Waggel en Kwetal

Bewerkingen van de Bommelsaga

Verfilming: Als je begrijpt wat ik bedoel (1983)

In 1983 produceerde Rob Houwer de lange animatiefilm Als je begrijpt wat ik bedoel, naar een scenario van Toonder, op basis van het verhaal De zwelbast uit 1957, en enigermate ook op Het monster-ei uit 1942.

Musical: De trullenhoedster (1998)

Olivier B. Bommel en de Trullenhoedster is een musical uit 1998.[17] Het is gebaseerd op het verhaal Heer Bommel en de trullenhoedster uit 1966.

Hoorspel: Bommel (2007-2010)

Van 2007 tot 2010 bracht de NPS een reeks hoorspelen, bestaande uit 440 delen. Het laatste halfjaar verscheen de reeks onder de titel Het beste van Bommel. Peter te Nuyl bewerkte de verhalen en was de eindregisseur.[18]

Erkenningen voor Toonder

In 1954 werd Toonder opgenomen als lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, waarmee hij als literator werd erkend. De discussie over het literair gehalte van de Tom Poes-verhalen zou hierna nog jaren voortduren. Met het verschijnen van het verhaal De bovenbazen in 1964 verstomde deze discussie.[19] Sindsdien zijn Toonders literaire kwaliteiten onomstreden.

In 1982 ontving Toonder de Stripschapprijs.[20]

In de periode 2009-2013 werd de Marten Toonderprijs driemaal uitgereikt aan striptekenaars die een bijdrage hadden geleverd aan de Nederlandse cultuur.

In 2016 werd ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van Tom Poes een speciale postzegel uitgebracht door PostNL, waarop Tom Poes en Olivier B. Bommel zijn uitgebeeld met bekende uitspraken van hen.

Studies naar de Bommelsaga

Reisgids met locaties

In 2007 publiceerde Jenno Witsen de Bommel reisgids over de locaties uit de Bommelsaga.[21] Het boek omschrijft aan de hand van vijftien wandelingen, een boottocht, een busrit en acht excursies het parallelle universum van de Bommelsaga. De hoofdstukken worden ingeleid door een kaart en de opvolgende tekst wordt verlucht met tekeningen uit de verhalenreeks. Los ingevoegd is een vouwblad met een drietal kaarten:

  1. Rommeldam en omgeving
  2. Omgeving Rommeldam en Bommelstein
  3. De Zwarte Bergen en het Donkere Bomen Bos

Het voorwoord is van oud-minister Pieter Winsemius. Achterin is een zeer uitgebreide index van alle plaatsen uit de Bommelsaga opgenomen. Als laatste staan de 177 verhalen vermeld met de overeenkomstige stripstrooknummering.

Bommelparade met personages

In 2011 verscheen van de hand van Paul Verhaak de Bommelparade,[22] een alfabetisch volledig overzicht van personages uit de Bommelsaga, met een portrettengalerij en bijbehorende kenmerkende teksten. Het voorwoord is van de bioloog Midas Dekkers.

Naast de 'officiële' namen worden ook allerlei verhaspelingen genoemd, zoals welke gebezigd worden door kapitein Wal Rus.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.