Het ontstoffen

Heer Bommel en het ontstoffen (in boekuitgaven/spraakgebruik verkort tot Het ontstoffen) is een verhaal van Marten Toonder uit de Bommelsaga en verscheen in 1961.[1] Het verhaal verscheen voor het eerst op 24 april 1961 en liep tot 14 juli van dat jaar.[2] Thema: Over de schreef gaan.

Het verhaal

Kasteel Bommelstein staat na 20 jaar bewoning door heer Bommel vol met rommel en begint steeds stoffiger te worden. Joost kan het niet meer aan, en zijn werkgever besluit op zijn advies schoonmaakbedrijf Holle & De War in te schakelen, gespecialiseerd in het ontstoffen en vastschrevelen. Vreemd genoeg stuurt het bedrijf maar één werkneemster, een oud dametje. Terwijl ze aan het schoonmaken is verschijnen er steeds meer kopieën van haar, die allemaal roepen dat het kasteel verkoekt is en ontstoft moet worden. Heer Bommel vindt het een heksenketel geworden en wordt zelf min of meer zijn eigen kasteel uitgeveegd maar besluit vrijwillig zijn behuizing, al is het dan maar tijdelijk, te verlaten.[3] Tom Poes mag uiteraard mee op de geplande grote reis. Ze boeken in Rommeldam de trip bij Rederij Holle & De War, waar een dametje werkt dat precies lijkt op de schoonmaakster, en ook mevrouw De War heet. De passage bevestigt ze door het aanbrengen van een pentagram en laat deze vervolgens verzorgen door kapitein Wal Rus. De kapitein gooit een meegekregen zwart krijtje, een schrevelaar, achteloos weg. Vervolgens zet de gezagvoerder heer Bommel en Tom Poes al na een nacht zonder pardon overboord, aangezien hun bestemming, de Stuifeilanden,[4] geen zeehaven bezit en de heersende zeestroming alles vanzelf naar de eilanden voert. Bovendien gaan 180 000 bezems en 250 kilo oud roest[5] van boord.

De Stuifeilanden blijken kale bergachtige eilanden te zijn, bewoond door slechts twee personen: mevrouw De War en haar zoontje Oole. Oole krijgt op zijn eigen wijze de gebutste Oude Schicht desgevraagd weer aan het rijden. Heer Bommel vraagt zich bezorgd af wat de markies zal zeggen, maar Tom Poes wijst hem er op dat hij op deze Stuifeilanden een nieuw leven aan het opbouwen is. Mevrouw De War wil altijd ontstoffen en is tegen iedere vorm van binding, want dat “geeft verkoeking”. In haar filosofie dient men eenvoudig te leven, onder de sterren of hooguit in een grot te slapen, en een eenvoudig dieet te volgen, bestaande uit voornamelijk paddenstoelen. Het voordeel is dat ze kan gaan en staan waar ze wil, want ze heeft vrijwel niets nodig. Ze kan zelfs als een heks bij nacht op een bezemsteel vliegen, hoewel ze het heer Bommel ook leert. Voorwaarde is wel dat men eerst zelf ontstoft dient te worden, want door de verkoeking komt men niet los van de grond. Verder moet de ruitjesjas uit, hetgeen een blote Bommel en een gniffelende Tom Poes laat zien. Maar heer Bommel wil niet verder vliegen zonder ruitjesjas. Tom Poes blijkt zich ondanks zijn natuurlijke blootheid de techniek niet eigen te kunnen maken. Volgens het vrouwtje staat hij verschreveld met beide benen op de grond.

Oole is, net als zijn vader wijlen de heer Holle, de tegenpool van zijn moeder. Hij gebruikt zonne-energie. Hij is technisch zeer begaafd, en kan allerlei machines bouwen, zelfs op het onherbergzame eiland waar niets is. Dit doet hij door voorwerpen met “schrevels” aan elkaar te “schrevelen”. Een schrevel is een pentagram, getekend met een “schrevelaar” (een stukje houtskool), dat als een soort lijm werkt, waardoor voorwerpen aan elkaar vastgeplakt worden op de plaats van het pentagram. Zijn schrevels laten 's nachts echter los, zodat ieder bouwwerk in principe 's nachts weer instort. Slechts een “dubbele verschreveling” kan de nacht doorstaan, maar een dubbele verschreveling kan gevaarlijk zijn, omdat die niet meer zomaar los te krijgen is. Voordat men kan schrevelen moet men ontstoffen. Men moet de schreef kunnen zien anders gaat men eroverheen.

Oole helpt heer Bommel een nieuw huis te bouwen met zijn schrevels, want de verwende kasteelheer vindt de Spartaanse levensstijl van mevrouw De War maar niets, want dat kan het tere gestel van een heer niet aan. Terwijl Ooles machines alleen overdag werken, is mevrouw De War vooral 's nachts actief. Het nieuwe Bommelstein staat op zijn kop en de punt draait mee met de zon. Heer Bommel krijgt schik in het schrevelen en schrevelt zijn eigen stenen meubilair en keuken in elkaar.

Tom Poes uit echter kritiek op zijn vriend. Want hij wilde opnieuw beginnen en nu woont hij weer min of meer net zo als op slot Bommelstein, maar dan lelijker. Bovendien draait zijn nieuwe huis met de zon mee, wat ook heer Bommel zelf hinderlijk vindt, maar wat volgens Oole komt doordat schrevels op zonne-energie werken en dus is het noodzaak. De eigenwijze kasteelheer ontschrevelt echter de hoofdschrevel van zijn huis omdat hij het gedraai hinderlijk vindt, door het schrevelende pentagram in de kelder weg te vegen. Het gevolg is echter dat het huis instort. Heer Bommel leeft nog maar het puin ligt muurvast omdat Oole het huis dubbel verschreveld had. En een dubbele verschreveling kan alleen ongedaan worden gemaakt door de hoofdschrevel van het eiland uit te wissen. De echtgenoot van mevrouw De War, de overleden Heer Holle, had het eiland vastgeschreveld om zijn vrouw thuis op het eiland te houden.[6]

Dit is iets dat mevrouw De War best wel wil, maar deze schrevel houdt haar gevangen op het eiland. Ze kan hem alleen niet ontschrevelen doordat de toegang beveiligd is door een in rots uitgehakt pentagram. Maar, zo denkt Tom Poes, wat voor haar een barrière is, zijn voor mij slechts een paar krassen. En hij kan inderdaad ongehinderd passeren. Hij vindt de hoofdschrevel en bezemt hem weg om zijn vriend te redden. Nu Tom Poes “over de schreef is gegaan”, laten alle schrevels los en kan Bommel gered worden. Gevolg is wel dat ook de eilanden uiteen worden gereten door een vulkaanuitbarsting. Mevrouw De War vliegt weg, triomfantelijk kraaiend dat het nu tijd is voor het grote ontstoffen, schrevelen is mannenwerk. Heer Bommel, Oole en Tom Poes worden door een woedende kapitein Rus ronddrijvend op de Oude Schicht gered: “Een piekfijne haven naar de poliepen, en Bommels zit er weer eens achter!” Betaling van het passagegeld richting thuishaven verzacht de stemming van de zeevaarder.

In de haven van Rommeldam nemen Tom Poes en heer Bommel afscheid van Oole, en heer Bommel geeft op de kade een monteur opdracht om zijn automobiel te herstellen. Oole begint in Rommeldam een nieuw leven als vervaardiger van bewogen kunst. Op Bommelstein meldt Joost dat mevrouw De War de avond ervoor met stormweer is vertrokken maar dat het werk klaar is. Joost dient een eenvoudige maaltijd voor de twee vrienden op waarbij de kasteelheer vermanend opmerkt het woord ontstoffen niet meer te willen horen: “Het gaat te ver, als je begrijpt wat ik bedoel.”

Voetnoot

  1. Het verhaal gaat over de voor- en nadelen van reizen, emigreren en ergens anders opnieuw beginnen. En het behandelt impliciet de vraag: wat zou je er daar van maken? Ollie B. Bommel komt voor deze keuzes te staan als hij slot Bommelstein zeer grondig laat schoonmaken, ontstoffen.
  2. De Volledige Werken drukken een vakantieaankondiging af betreffende de periode van 14 tot 31 juli 1961.
  3. “Als ik niet oppas koek ik zelf ook vast en wat dan?”
  4. Door de kapitein “Stuivers” genoemd, circa 70 km ten noorden van Rommeldam.
  5. De Oude Schicht
  6. "Je mag niet over de schreef gaan!"
Voorganger:
De gezichtenhandel
Bommelsaga
24 april 1961 - 14 juli 1961
Opvolger:
De wezelkennis
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.