Hans Matla

Matla's Stripkatalogus verschijnt al sinds 1976 op regelmatige basis. Deze vuistdikke katalogi bevatten alfabetisch-lexicografische informatie rond tienduizenden stripalbums, striptijdschriften en secundaire stripliteratuur, evenals door Matla zelf bepaalde richtprijzen en waardeschattingen. Deze zijn uiteraard mede bepaald door prijzen die gevraagd en betaald worden op stripbeurzen. Sinds de eerste uitgave uit 1976 verscheen in 1998 de negende editie.

Matla staat ook bekend als liefhebber en kenner van het werk van Marten Toonder en Hans Kresse. Rond Toonder heeft hij ook een officiële Bommelkatalogus gepubliceerd, waarin alle verhalen van Toonder gecategoriseerd staan. Zijn stripantiquariaat en stripgalerie zijn tot 2000 een trefpunt voor stripliefhebbers geweest. Zijn uitgeverij ging nadien nog verder. Hij onderhield een goede relatie met Toonder en Kresse. De Stichting De Kressekring en Het Haegsch Bommel Genootschap zijn mede door hem opgericht.

Matla staat ook in voor de heruitgave van klassieke Nederlandse stripreeksen als Eric de Noorman (Hans Kresse), Kapitein Rob (Pieter Kuhn), Tom Poes, Kappie, Panda (Marten Toonder) en Dick Bos (Alfred Mazure). Hiervoor scande hij de oude prentjes in op de computer, waar ze dan digitaal gerestaureerd werden. Voor de albums van Eric de Noorman werden de historische achtergronden belicht door Rob van Eijck en Lex Ritman.

In de loop van een halve eeuw had Hans Matla een unieke verzameling opgebouwd van zo'n 70.000 stripboeken, 100.000 stripbladen en talloze aanverwante zaken, zoals afgeleide drukwerken en puzzels. Hij had een vrijwel complete collectie van de Nederlandstalige strips vanaf de negentiende eeuw (1858) tot in de eenentwintigste eeuw. Zijn vele pogingen om dit unieke bezit bijeen te houden liepen stuk. De Koninklijke Bibliotheek in Den Haag haakte definitief af om de collectie in haar geheel te kopen, gelet op de vraagprijs van 1,8 miljoen euro.[1]

Matla is ook een verzamelaar van het werk van Louis Couperus (1863-1923) en hij bezit inmiddels een van de grootste en belangrijkste collecties van deze schrijver.

• In 1992 ontvingen Matla en zijn vrouw de Jaarprijs voor Bijzondere Verdiensten van Het Stripschap.[2][3]

• Op donderdag 24 mei 2018 ontving Hans Matla een koninklijke onderscheiding. Deze werd hem door Rabin Baldewsingh, wethouder en loco-burgemeester van Den Haag, uitgereikt op het uitgeversadres. Op de hoek van de Antonie Heinsiusstraat en Adriaan Pauwstraat vond deze bijzondere gebeurtenis plaats in aanwezigheid van familie en vrienden. Om 18.15 kreeg Hans Matla de hoge onderscheiding voor zijn tomeloze inzet voor de stripwereld. Hij kreeg de eer die hem toekwam. Behalve een heer van stand was hij nu ook Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Gezien zijn rode colbertjas viel al snel de naam De Rode Ridder. De gelijknamige strip startte in 1959 bij Willy Vandersteen en de ridder heet Johan, gelijk aan een van de voornamen van Hans Matla.

• Hij had onder andere een cameo in de stripreeks Nero in het album De ring van Balderic (1984), waar hij de Antwerpse Grote Markt bezoekt. Verder nog in een mythe-verhaal van Dick Matena: Gauguin en Van Gogh (1990), een stripverhaal van Haagse Harry (1995) en een stripverhaal van Donald Duck (in 2000 t.g.v. de 2.500ste Donald Duck).

Portaal Louis Couperus