De waarde-ring

Heer Bommel en de waarde-ring (in boekuitgaven/spraakgebruik verkort tot De waarde-ring) is een verhaal uit de Bommelsaga, geschreven en getekend door Marten Toonder. Het verhaal verscheen voor het eerst op 18 januari 1971 en liep tot 2 april 1971. Thema: Hebzucht.

Het verhaal

Heer Ollie heeft een winterdepressie. Tot verdriet van bediende Joost zit hij uitgeblust bij de open haard. De langswandelende Tom Poes haalt hem over om samen banjervogels te gaan observeren in de Zwarte Bergen bij de Zevenpiek.[1] De andere morgen staat de kasteelheer monter bij zijn Oude Schicht, voorzien van fototoestel,[2] verrekijker, vogelzaad, etenswaren en wonderolie voor de auto. Heer Bommel wordt ter plekke door een enorme vogel mee omhoog gevlogen. Gelukkig breekt het riempje van het fototoestel waaraan de vogel hem mee omhoog trekt. De kasteelheer komt redelijk goed terecht op een zanderige berghelling. De vogel komt de twee vrienden echter achterna. Ze schuilen onder een lage rotsformatie, vanwaar ze ontsnappen omdat de vogel meer belangstelling heeft voor een zakje zonnebloempitten.[3]

Als ze in de Oude Schicht rijden vindt Tom Poes dat ze toch wel een heel grote vogel hebben gezien. En zijn vriend zocht iets groots. Even later zien ze een tweede banjervogel met een oude man vliegen. Met het laatste zakje zaad wordt ook deze man gered. Het is niemand minder dan Hocus Pas en geen oude zwakke man zoals heer Bommel meende. Zijn leven is gered, want de banjervogel is de enige vijand die hij niet de baas kan.[4] De magister beloont hun met een waarde-ring, geslagen van Zazelstenen, opgehangen aan gedraaide kaaimandarm. De ring geeft wat je toekomt en een vreemd schijnsel in het middenrif oplevert. De wens van heer Ollie is groot en veel, die van Tom Poes klein en weinig. Onderweg betwist heer Bommel de wijsheid van de keuze van zijn vriend.

De gevolgen zijn te merken in de herberg waar heer Ollie en Tom Poes hun intrek nemen. De veelwensende heer krijgt zoveel Horsjkosj te eten dat hij er ziek van wordt, om van de rekening maar niet te spreken. De Oude Schicht moet bovendien gerepareerd worden aan vier lekke banden. De alarmoproep brengt een optocht van hulpverleners op gang en heer Ollie belandt in het ziekenhuis van Kiezel. Ze ontvluchten samen het ziekenhuis, waarbij heer Bommel desgevraagd zijn portefeuille leegschudt. Ze hebben nu geen geld voor de reparatie van de Oude Schicht zodat ze blut lopend de Zwarte Bergen proberen te verlaten. Dan betrappen ze een roversbende, die haar duizelingwekkende buit in een grot verbergt. Heer Bommel wil een grote zak meenemen, maar wordt zelf vervolgens beroofd. Tom Poes vangt enkele rondvliegende goudstukken op. Heer Bommel zit onder de kwetsuren. Hij is zijn horloge, tandenstokers en de zak met goud kwijt. De overmacht was te groot. Met de paar goudstukken van Tom Poes kan de reparatie van de Oude Schicht worden betaald, zodat ze naar slot Bommelstein terug kunnen rijden. Heer Bommel gaat de rovers van de schatten bij de politie aangeven. Het zal de grootste zaak van de eeuw worden. Tom Poes zegt: “Hm. Vindt u groot nog steeds prettig? Hebt u er nog geen genoeg van?” Heer Bommel streeft nu naar grote rechtvaardigheid en grote edelmoedigheid.

Thuis meldt Heer Bommel telefonisch de schatten aan de politie. Commissaris Bulle Bas rekent in een gesprek met brigadier Snuf op de vangst van de eeuw. De schurken van de bankovervallen en de treindiefstallen! De kasteelheer heeft intussen moeilijkheden met de watertoevoer van zijn douche. Het kasteel loopt onder water, en de enorme pastei van Joost blijft vrijwel onaangeroerd. De andere ochtend ontkent heer Bommel tegen Joost dat hij groot en veel mooi vindt. Hij lijdt er zelfs onder.

Ambtenaar eerste klasse Dorknoper komt in gezelschap van commissaris Bulle Bas langs het kasteel met tientallen voertuigen. Hij staat 10 miljoen florijnen af. Dat is 10% van de waarde van de buit. Het is het tipgeld van de verzekeringen. Heer Dorknoper laat overzichtelijk 10 zakken van 1 miljoen florijnen achter. Heer Bommel vindt die zakken wel leuk, maar Tom Poes zegt: “Hm.” Hierop besluit hij zijn grote beloning aan een goed doel te willen schenken. Op voorspraak van heer Bommel krijgt ook Tom Poes een klein zakje met goudstukken van een tevreden ambtenaar Dorknoper overhandigd.

Nadat Joost de zakken naar binnen heeft gebracht, blijkt dat heer Bommel 10 miljoen zinken munten heeft gehad. Tom Poes heeft 5 goudstaafjes. Even daarvoor had zijn vriend nog opgemerkt dat hij toch gelijk had met groot en veel. Burgemeester Dickerdack maakt zich zorgen over de gemeentelijke financiën. Ambtenaar Dorknoper stelt voor dat heer Bommel het geld afstaat aan het Fonds tot Behoud van Rommeldam. Als hij weigert zijn beloning af te staan aan dit genoemde goede doel, zal Dorknoper een aanslag van 8 miljoen florijnen opleggen. De Presidente van het genoemde fonds mevrouw Postelyn krijgt slechts zink op het kasteel te zien. De twee zakenlieden Bul Super en Hiep Hieper lezen in de krant dat de kasteelheer zomaar 10 miljoen florijnen heeft gehad als tipgeld en besluiten de belastingdienst van ambtenaar Dorknoper voor te zijn. Ze stelen 's nachts de 10 zakken met zinken munten. Bul sjouwt en Hiep houdt deze keer de wacht in een oude vrachtwagen van hun lompenhandel. Heer Bommel reageert laconiek op de inbraakmelding van Joost. “Het is veel maar het is niets!” De twee zakenlui worden met volle vrachtwagen aangehouden door brigadier Snuf. Tot de verbijstering van Bul Super mogen ze doorrijden, na inspectie van de lading als zijnde oude metalen.[5] Na eigen ladinginspectie ontploft Bul Super. Het is zink. Maar zijn maat is nu eens meer de zakenman en ziet er toch een leuk handeltje in voor dakgoten en zo.

De volgende ochtend inspecteert heer Bommel zijn mishandelde inboedel en de verdwenen zakken. Ambtenaar Dorknoper komt mondeling een belastingaanslag aankondigen van 8 miljoen florijnen. Buiten het kasteel probeert Tom Poes hem ervan te overtuigen dat het echt zinken munten waren, maar dat is niet aan Dorknoper besteed. Hij heeft de zakken zelf afgeleverd. Tom Poes is een betaalde medeplichtige in de verduistering van de eeuw. Op advies van Tom Poes gaat heer Bommel aangifte doen op het politiebureau van de zinkdiefstal bij adjudant Kodders. Laatstgenoemde noteert het verhaal, maar barst in lachen uit als de beroofde heer verdwenen is. De meeluisterende brigadier Snuf herinnert zich echter een vrachtauto in het bos bij Bommelstein. Hij krijgt opdracht de zaak verder uit te zoeken. Elders in het gebouw brengt ambtenaar Dorknoper commissaris Bulle Bas op de hoogte en de twee heren trekken één lijn. Na het doen van zijn aangifte op het politiebureau wordt de kasteelheer thuis weer opgebracht door Bulle Bas. Hij gaat hem opschrijven, zodat hij dat later tegen hem kan gebruiken. Want het gaat met 8 miljoen florijnen om de belastingontduiking van de eeuw.

Tom Poes krijgt last met brigadier Snuf. Die vindt een zak met goud in zijn huisje. Volgens Tom Poes is het zijn deel van de beloning maar de brigadier houdt het op zwijggeld. Tom Poes loopt weg. Hij komt er voorlopig mee weg omdat de brigadier eerst achter het zink aan moet gaan. Ook de kamer van Joost op het kasteel is onderzocht. Tom Poes vertrekt met een grote zak zonnepitten in de Oude Schicht naar de Zwarte Bergen. Hij vindt Hocus Pas, die verbaasd[6] zegt niets aan de waarde-ring te kunnen veranderen. “Die zit diep.” Tom Poes lokt met zaad een banjervogel richting de magister. De tovenaar heeft nog steeds een ei nodig van een banjervogel, maar wordt nu zelf wederom bedreigd door de gelokte vogel. Tom Poes wil dat hij de waarde-ring wegneemt. Maar Hocus Pas zegt dat de ring niet bestaat. Zijn Zwarte Kunsten overtuigden heer Bommel, zodat zijn eigen aanleg naar buiten kwam. Hij wilde zelf alles veel en groot hebben.

Op het politiebureau zitten de commissaris en de kasteelheer woedend tegenover elkaar. Volgens heer Bommel moet de commissaris maar bewijzen dat het geen zink was. Adjudant Kodders vertelt dat Snuf het zink heeft opgespoord, maar Bulle Bas stuurt hem eerst weg. Even later gaat hij met getrokken revolver in gezelschap van zijn adjudant naar de uitdragerij van Super en Hieper, die door het raam het verhaal uit vluchten.

Nadat Tom Poes de banjervogel met zonnebloempitten definitief heeft weggelokt, vervolgt de magister zijn uitleg. ”De ring is verbeelding. Het is de aanleg van de drager die de ring kracht geeft.” Tom Poes twijfelt en zegt: “Hm. Hoe komt het dat heer Bommel van alles zoveel krijgt?” Magister Hocus Pas legt uit dat dit de basis is van de Zwarte Kunsten. De ring verliest zijn kracht als de aanleg verandert. Na de dialoog vertrekt de magister als zwarte kraai naar het Noorden, weg uit het leefgebied van de banjervogels. Tom Poes denkt er het zijne van. “Toveren bestaat niet, zei hij. Maar waar is hij dan gebleven?”

Heer Bommel legt op Bommelstein Joost uit dat nu het zink is gevonden hiermee het misverstand ook is opgelost. Maar toch heeft hij het gevoel dat hij er zelf ook schuldig aan is. Door de waarde-ring. Joost weet met wasbenzine deze vlek van zijn maag te verwijderen, terwijl Tom Poes komt melden dat Hocus Pas zegt dat de waarde-ring geen toverkracht heeft. Heer Bommel is blij met de verandering. Hij heeft liever klein en fijn. Tom Poes hoopt dat de toverkracht nu is uitgewerkt.

Heer Dorknoper komt een aantal zaken rechtzetten nu het zink is gevonden. Tom Poes krijgt zijn goudstaven terug. Heer Bommel krijgt de thuisbezorging van zijn 10 miljoen florijnen aangezegd, die de ambtenaar nu niet bij zich heeft. Dat is handig, want de kasteelheer schenkt ze graag geheel weg aan het eerder genoemde goede doel. En zo kon er toch een leuke feestmaaltijd worden bereid door Joost voor de twee vrienden en Dorknoper. Fiscaal gezien legt de ambtenaar uit dat de weggeschonken beloning van 10 miljoen florijnen geheel belastingvrij is geworden. Tom Poes betaalt wel belasting over zijn goudstaven. Maar omdat hij ver onder het minimuminkomen zit, is zijn belasting maar weinig, 1 florijn en 23 cent. Omdat het zo weinig is denkt Tom Poes toch weer aan toverij. Heer Bommel vindt de ring geen toverij, want Joost kon hem uitvegen. Die dingen van groot en veel zitten heel diep in het innerlijk. Tom Poes heeft geleerd dat weinig soms meer is dan veel. De eenvoudige ambtenaar ziet het fiscaal bezien heel simpel: veel zal een grote aanslag opleveren en weinig een kleine.

Voetnoot

  1. Ruim 75km ten zuidoosten van Rommeldam, zeven km ten zuidoosten van het plaatsje Kiezel.
  2. De banjervogel is nog nooit gefotografeerd.
  3. Deze list was van heer Bommel!
  4. Tom Poes zegt voor de tweede keer “Hm”.
  5. De ploertendoder blijft het hoofd van de alleen werkende brigadier bespaard.
  6. De waarde-ring is het meest onbaatzuchtige geschenk, dat hij ooit heeft uitgereikt.

Hoorspel

Voorganger:
De erfpachter
Bommelsaga
18 januari 1971 - 2 april 1971
Opvolger:
De pijpleider
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.