Super en Hieper

Bul Super en Hiep Hieper debuteerden in het verhaal De Superfilm-onderneming uit 1944. Hier zijn ze zakenlieden,[1] die door allerlei omstandigheden steeds door ellende en armoede getroffen worden. Hierdoor moeten ze door oplichting en misdaad hun brood verdienen. Meestal is de intentie om eerlijk zaken te doen wel aanwezig, maar missen de heren de drive en het geduld om er werkelijk een goed einde aan te maken.

In De Superfilm-onderneming fungeert Hieper bij aanvang nog als de meerdere[2] van Super, maar halverwege het verhaal verklaart Hiep Hieper al: "De baas is Bul Super en die wil niet de kans lopen, dat de politie erbij gehaald wordt".[3] Bul Super bedriegt vervolgens zijn vennoot en slaat hem meedogenloos tegen de grond.[4] Super is ook altijd de initiatiefnemer en (kwade) genius bij iedere (super)zaak die ze aanpakken, waarbij Hieper door de loop van de verhalen steeds meer vervalt in een pessimistische en initiatiefloze meeloper, die alleen geen schijn van kans maakt en tot schreien vervalt wanneer de wet op zijn pad komt. In De pier-race legt hij het in zijn eentje af tegen Tom Poes en heer Bommel. Door uitspraken als "Hiep, jongen, je zult altijd wel een kruimeldief blijven", wrijft Super daarbij nog extra zout in de wonden van zijn maat. Hun misdadig hoogtepunt bereiken ze in Bombom de Geweldige waarin ze de Rommeldamse onderwereld organiseren in de bende van de 'Zwarte Gruwel'. In de ballonstrips van Tom Poes wordt Super door Hieper steevast met "baas" aangesproken.

Tot heer Bommels grote frustratie is hij vaak het doelwit van de boeven, niet alleen door inbraak, maar ook weleens door lijfelijk geweld. Toch lukt het hem soms ook om met de vermeende schurken een samenwerking aan te gaan, zoals in de verhalen De windhandel en De ombrenger. Aan een eind van een verhaal is er soms een voordeeltje te halen zoals met de houthandel in De giegelgak en De kniphoed. Aan het slot van De vuur-salamander betaalt de kasteelheer hen dik voor geleverde kruiden, hun misdaden doorstrepend.

Ook in de Tom Poes-tekenfilm Als je begrijpt wat ik bedoel (1983) spelen Super en Hieper een belangrijke rol, als de ontvoerders van de draak Zwelgje.

• Niet toevallig lijken Super en Hieper qua uiterlijk op de politiecommissaris Bulle Bas en Brigadier Snuf, terwijl de naam Bul Super ook deels overeenkomt met die van de politiecommissaris. Toonder deed dit doelbewust, om de dunne lijn tussen wetshandhavers en wetsovertreders te duiden.
• In De hupbloemerij is Bul tijdelijk politiecommissaris en Hiep wethouder. In het verhaal De pasmunt halen ze als gasten zelfs de slotmaaltijd.
• In De pasmunt schakelt Tom Poes de zakenlieden in om pasmunten te slaan in ruil voor eten en bankbiljetten. Dat levert de twee zakenlui een slotmaaltijd met kaviaar op in slot Bommelstein.
• Heer Bommel wordt door Super aangesproken met "Bolle".