koebel
Nederlands
Woordafbreking
- koe·bel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van koe en bel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koebel | koebellen |
verkleinwoord | koebelletje | koebelletjes |
Zelfstandig naamwoord
koebel v / m [1]
- bel die koeien (vooral in de Alpen) om de nek dragen
- (muziekinstrument) een platte bel van brons of smeedijzer waarop met de drumstick wordt geslagen
Gangbaarheid
- Het woord koebel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'koebel' herkend door:
44 % | van de Nederlanders; |
50 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.