koestal

Nederlands

koestal
Uitspraak
Woordafbreking
  • koe·stal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koestal koestallen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

koestal m [1]

  1. (veeteelt) overdekte ruimte waarin koeien kunnen verblijven
    • „Daarnaast”, weet SART-voorzitter Henk Vosmer, „hebben twee actieve boeren ons laten weten dat ze wat anders willen gaan doen met hun schuren. Ons is gevraagd de mogelijkheden voor het ombouwen naar ateliers te onderzoeken. De een stopt met het houden van varkens en de ander wil een koestal laten verplaatsen.” [2] 
    • Imponerend is ook de Kuhstall, in het Nederlands ”koestal”. Het is een 11 meter hoge en 17 meter brede doorgang in een 24 meter dikke rotswand. De naam heeft eveneens met de Dertigjarige Oorlog te maken. Het was de plek waar de boeren hun vee voor de Zweedse soldaten verborgen. [3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord koestal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.