hulp

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hulp    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɦʏlp/
Woordafbreking
  • hulp
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bijstand’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1]
  • [2]
2 enkelvoud meervoud
naamwoord hulp hulpen
verkleinwoord hulpje hulpjes

Zelfstandig naamwoord

hulp v/m

  1. handeling om iemand steun of bijstand te verlenen
  2. iemand die ondersteuning of bijstand geeft
  3. hulpmiddel bijv. een hulpmotor
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
  • eerste hulp verlenen aan
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hulp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.