helper

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hel·per
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van helpen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord helper helpers
verkleinwoord helpertje helpertjes

Zelfstandig naamwoord

helper m

  1. assistent, adjudant, collega, hulpverlener
    • Een helper is bij veel taken handig want soms kom je een handje tekort om iets vast te houden. 
    • In een winkel werken vaak vrouw en kinderen mee als onbetaalde helpers 
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • bejaardenhelper, eedhelper, emancipatiehelper
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord helper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.