hulpverlener

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hulp·ver·le·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hulpverlener hulpverleners
verkleinwoord hulpverlenertje hulpverlenertjes

Zelfstandig naamwoord

hulpverlener m

  1. iemand die zich toelegt op het verlenen van hulp in algemene zin
    • Na de aardbeving duurde het enige tijd voor hulpverleners erin slaagden tot het getroffen gebied door te dringen omdat alle toegangswegen geblokkeerd waren. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hulpverlener staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.