keukenhulp
Nederlands
![](../I/m/Huishoudbeurs-_Baumuller_keukenmachine_-_Home_exhibition-_A_Baumuller_food_processor_(4416107067).jpg)
de moderne keukenhulp is een machine
Woordafbreking
- keu·ken·hulp
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van keuken en hulp
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | keukenhulp | keukenhulpen |
verkleinwoord | keukenhulpje | keukenhulpjes |
Zelfstandig naamwoord
keukenhulp v/m
- (beroep) iemand die in de keuken meehelpt
- Het leven in het asielzoekerscentrum beviel hem niet: het nietsdoen, het wachten, de gedeprimeerde stemming bij andere asielzoekers die elkaar de put in praten. Hij vond een baantje als keukenhulp in een restaurant van de keten Vapiano. Maar hij wilde meer, hij wilde iets leren en zich ontwikkelen. [1]
- een machine die je werk in de keuken uit handen neemt
- Dat tussen idealen en praktijk enige discrepantie bestaat, blijkt wanneer de voorlieden meewerken aan gesponsorde tv-programma's. Ze zingen de lof over roerbakmixen, sausen uit potjes, keukenhulpen en makkelijk schoon te houden aanrechtbladen. Daarmee helpen ze mee het gastronomisch maatschappelijk middenveld te laten wegvagen door het culinair-industriële complex. [2]
Synoniemen
- [1] keukenmeid
- [2] keukenmachine, keukengerei
Verwante begrippen
2
|
Vertalingen
1. iemand die in de keuken meehelpt
Gangbaarheid
- Het woord keukenhulp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'keukenhulp' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Juurd Eijsvoogel 4 november 2016
- NRC Joep Habets 28 augustus 1997
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.