blad

1. plat, groen onderdeel van planten
2. vel papier

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  blad    (hulp, bestand)
  • IPA: /blɑt/
1. enkelvoud meervoud
naamwoord blad bladen
bladeren
blaren
verkleinwoord blaadje blaadjes, (bladertjes)
2. enkelvoud meervoud
naamwoord blad bladen
verkleinwoord (blaadje) (blaadjes)
Woordafbreking
  • blad
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘orgaan aan takken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
  • In de betekenis van ‘vel papier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1617 [1]

Zelfstandig naamwoord

blad o

  1. (plantkunde)plat, groen onderdeel van planten dat groeit aan een tak
    • Bladeren zijn voor veel planten zeer belangrijk als fotosyntheseorgaan. 
  1. (teken- en schrijfmateriaal)vel papier
    • Mag ik nog een blaadje van je, ik heb niks meer om op te schrijven. 
  1. een tijdschrift
    • Wij zijn op verschillende bladen geabonneerd. 
  1. een plat voorwerp om glazen of kopjes op te dragen, dienblad
    • De ervaren ober kon zeer goed met zijn blad balanceren. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • geen blad voor de mond nemen
precies zeggen wat je denkt zonder rekening te houden met de gevoelens van anderen}, eerlijk, brutaal
  • Als een blad van een boom veranderen/omkeren
geheel anders zijn, geheel anders gaan gedragen
  • Een onbeschreven blad zijn
nauwelijks bekend zijn
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord blad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

Uitspraak
  • geluid 
enkelvoud meervoud
naamwoord blad blaaie
verkleinwoord blaadjie
bladjie
blaadjies
bladjies

Zelfstandig naamwoord

blad

  1. blad


Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈblað /
Woordafbreking
  • blad
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord blað
Naar frequentie 4678
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   blad     bladet     blade     bladene  
genitief   blads     bladets     blades     bladenes  

Zelfstandig naamwoord

blad, o

  1. (plantkunde) blad (onderdeel van een plant, loof)
  2. (plantkunde) blad (een ander onderdeel van een plant, b.v. een bloemblad, een blad van een slakrop)
  3. blad (papier)
  4. iets dat plat en dun is als een blad (b.v. een zaagblad, een schouderblad, bladgoud)
  5. (media) blad (tijdschrift, krant)
  6. (muziekinstrument) een doorslaande tong
Synoniemen
  • [1]: løv
  • [3]: ark
Hyperoniemen
  • [1-2]: plantedel
  • [5]: publikation
  • [5]: tryksag
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • [2]: bægerblad
  • [2]: kimblad
  • [2]: kronblad
  • [2]: kålblad
  • [3]: dagbogsblad
  • [3]: faneblad
  • [3]: kalenderblad
  • [3]: kortblad
  • [3]: nodeblad
  • [3]: smudsblad
  • [3]: titelblad
  • [4]: barberblad
  • [4]: bladguld
  • [4]: fotblad
  • [4]: rotorblad
  • [4]: skrueblad
  • [4]: skulderblad
  • [4]: viskerblad
  • [4]: økseblad
  • [5]: beboerblad
  • [5]: billedblad
  • [5]: børneblad
  • [5]: dagblad
  • [5]: dameblad
  • [5]: fagblad
  • [5]: forbrugerblad
  • [5]: foreningsblad
  • [5]: gratisblad
  • [5]: informationsblad
  • [5]: kirkeblad
  • [5]: klubblad
  • [5]: mandeblad
  • [5]: medlemsblad
  • [5]: menighedsblad
  • [5]: modeblad
  • [5]: musikblad
  • [5]: månedsblad
  • [5]: nyhedsblad
  • [5]: personaleblad
  • [5]: pornoblad
  • [5]: skoleblad
  • [5]: smudsblad
  • [5]: småblad
  • [5]: søndagsblad
  • [5]: tegneserieblad
  • [5]: ugeblad
  • [5]: ukeblad
  • [5]: undergrundsblad
  • [5]: ungdomsblad
  • [5]: vittighedsblad
  • [6]: rørblad
Verwante begrippen
Typische woordcombinaties
  • [1]: eviggrønne blad
groenblijvende bladeren
Uitdrukkingen en gezegden
  • [3]: (overført) ubeskrevet blad
(figuurlijk) iemand met een krul in zijn staart (letterlijk: een onbeschreven blad)


Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / blɑː /
Woordafbreking
  • blad
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord blað
Naar frequentie 5621
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   blad     bladet     blad
blader  
  blada
bladene  
genitief   blads     bladets     blads
bladers  
  bladas
bladenes  

Zelfstandig naamwoord

blad, o

  1. (plantkunde) blad (onderdeel van een plant)
  2. (plantkunde) blad (een ander onderdeel van een plant, b.v. een bloemblad, een blad van een slakrop)
  3. blad (papier)
  4. iets dat plat en dun is als een blad (b.v. een zaagblad, een schouderblad)
  5. (media) blad (tijdschrift, krant)
Synoniemen
  • [1]: løv
  • [3]: ark
Hyperoniemen
  • [1-2]: plantedel
  • [5]: publikasjon
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • [1]: løvblad
  • [2]: begerblad
  • [2]: kimblad
  • [2]: kronblad
  • [4]: barberblad
  • [4]: fotblad
  • [4]: skulderblad
  • [5]: dagblad
  • [5]: ukeblad
Verwante begrippen
Typische woordcombinaties
  • [1]: eviggrønne blad
groenblijvende bladeren
Uitdrukkingen en gezegden
  • [3]: (overført) ta bladet fra munnen
(figuurlijk) geen blad voor de mond nemen (letterlijk: het blad van de mond nemen)
  • [3]: (overført) to blad Pedersen
(figuurlijk) twee met de name Pedersen
  • [3]: (overført) være ikke et ubeskrevet blad
(figuurlijk) een krul in zijn staart hebben (letterlijk: geen onbeschreven blad zijn)

Zelfstandig naamwoord

blad, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van blad
Schrijfwijzen


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / blɑːd /
Woordafbreking
  • blad
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord blað
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   blad     bladet     blad     blada  

Zelfstandig naamwoord

blad, o

  1. (plantkunde) blad (onderdeel van een plant)
  2. (plantkunde) blad (een ander onderdeel van een plant, b.v. een bloemblad, een blad van een slakrop)
  3. blad (papier)
  4. iets dat plat en dun is als een blad (b.v. een zaagblad, een schouderblad)
  5. (media) blad (tijdschrift, krant)
Synoniemen
  • [1]: lauv
  • [3]: ark
Hyperoniemen
  • [1-2]: plantedel
  • [5]: publikasjon
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • [1]: lauvblad
  • [2]: begerblad
  • [2]: kronblad
  • [4]: barberblad
  • [4]: fotblad
  • [4]: kortblad
  • [4]: skulderblad
  • [4]: åreblad
  • [5]: dagblad
  • [5]: vekeblad
Verwante begrippen
Typische woordcombinaties
  • [1]: alltidgrøne blad
groenblijvende bladeren
Uitdrukkingen en gezegden
  • [3]: (overført) ta bladet frå munnen
(figuurlijk) geen blad voor de mond nemen (letterlijk: het blad van de mond nemen)
  • [3]: (overført) Bladet har snudd seg.
(figuurlijk) e bordjes zijn verhangen. / De bakens zijn verzet.

Zelfstandig naamwoord

blad, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van blad


Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • blad
Naar frequentie 9396
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   blad     bladet     blad     bladen  
genitief   blads     bladets     blads     bladens  

Zelfstandig naamwoord

blad, o

  1. (plantkunde) blad (onderdeel van een plant)
  2. blad (papier)
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • [1]: bladbas
  • [1]: bladgrön
  • [1]: bladlus
  • [1]: bladlös
  • [1]: bladspenat
  • [1]: bladstruktur
  • [1]: bladtobak
  • [1]: bladverk
  • [1]: bladväxt
  • [1]: blomblad
  • [1]: fåbladig
  • [1]: kronblad
  • [1]: lagerblad
  • [1]: maskrosblad
  • [1]: ormbunksblad
  • [1]: salladsblad
  • [1]: spetsbladig
  • [1]: äppelblad
  • [2]: annonsblad
  • [2]: försättsblad
  • [2]: flygblad
  • [2]: informationsblad
  • [2]: notblad
  • [2]: overheadblad
  • [2]: reklamblad
  • [2]: titelblad

Zelfstandig naamwoord

blad

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van blad
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.