ark
Nederlands
Woordafbreking
- ark
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘woonschuit’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1642 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ark | arken |
verkleinwoord | arkje | arkjes |
Zelfstandig naamwoord
ark v
- een vaartuig om in te wonen
- (Jiddisch-Hebreeuws) kast voor de Torarollen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord ark staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ark' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.