bladerdeeg
Nederlands
![](../I/m/Appelbeignets.jpg)
appelbeignet met bladerdeeg
Woordafbreking
- bla·der·deeg
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van blad en deeg met het invoegsel -er-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bladerdeeg | bladerdegen |
verkleinwoord | bladerdeegje | bladerdeegjes |
Zelfstandig naamwoord
bladerdeeg o
- een deegsoort die in rechthoekige plakken wordt gebruikt en bestaat uit dunne laagjes
- - Van de hele groentetaart vond het kind het bladerdeeg nog het lekkerst.
- - Bij dit gerecht was ik in het begin even in de war. Want moet je nou wel of niet een muurtje van aluminiumfolie bouwen in de quiche om het vega en vleesdeel te scheiden? In het recept staat van wel, maar in het boek blijken twee foto’s over elkaar geplakt te zijn. De beste oplossing is in mijn ogen om een muurtje van bladerdeeg te bouwen. Heb je extra veel knapperige korst.[1]
Synoniemen
- bladdeeg, korstdeeg
Hyponiemen
- ansjovisbladerdeeg, kaasbladerdeeg
Afgeleide begrippen
- bladerdeeggebak, bladerdeegmandje, bladerdeegpasteitje, bladerdeegplak, bladerdeegtaart
Vertalingen
1. een deegsoort die in rechthoekige plakken wordt gebruikt
Gangbaarheid
- Het woord bladerdeeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bladerdeeg' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Sam de Voogt NRC 10 juni 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.