clubblad
Nederlands
Woordafbreking
- club·blad
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van club zn en blad zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | clubblad | clubbladen |
verkleinwoord | clubblaadje | clubblaadjes |
Zelfstandig naamwoord
clubblad o [1]
- een tijdschrift van een club of vereniging
- De Groningse studentenvereniging Vindicat heeft leden van de roeiclub Aegir geschorst vanwege een verhaal in het clubblad over de vermeende seksuele avonturen van vrouwelijke leden. Dat meldt het Groningse stadsweblog Sikkom.[2]
- „Ik zat destijds in de redactie van het clubblad van Quick’20. Toen Björn zijn eerste professionele wedstrijden floot, hebben we een verhaal over hem geschreven.” Hij heft zijn vingertje op: „Toen al voorspelden we hem een glanzende carrière. Dat artikel heb ik nog steeds.”[3]
Gangbaarheid
- Het woord clubblad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'clubblad' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf 04 sep. 2017
- de Telegraaf JAN COLIJN 27 mei 2014
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.