list
Nederlands
Woordafbreking
- list
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘slimheid’ voor het eerst aangetroffen in 1100 [1]
- list werd al in de 13e eeuw gebruikt in de betekenis van van kennis, handigheid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | list | listen |
verkleinwoord | listje | listjes |
Zelfstandig naamwoord
list v
- een oplossing voor een probleem waardoor tegenstrevers worden verrast, in ongunstige zin: slim bedrog
- Het houten paard was een list om Troje binnen te komen.
- (verouderd) het vermogen om een oplossing die tegenstrevers verrast, te bedenken
Synoniemen
- [1]: slimmigheid, ongunstig: misleiding
- [2]: slimheid, ongunstig: sluwheid
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Citaten
- Verzin toch eens een list! (Marten Toonder) - als een moeilijke situatie om een ingenieuze oplossing vraagt, vaak aangehaald in de vorm: "Tom Poes, verzin een list!"
Uitdrukkingen en gezegden
- De firma List & Bedrog (aanduiding van een onbetrouwbaar bedrijf)
Vertalingen
1. een oplossing voor een probleem waardoor tegenstrevers worden verrast
2. vermogen om een oplossing die tegenstrevers verrast, te bedenken
Gangbaarheid
- Het woord list staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'list' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Engels
Pools
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | list | listy |
genitief | listu | listów |
datief | listowi | listom |
accusatief | list | listy |
instrumentalis | listem | listami |
locatief | liście | listach |
vocatief | liście | listy |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.