gebladerte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gebladerte    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣəˈbladərtə/
    • (Noord-Nederland): /χəˈbladərtə/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɣəˈbladərtə/
Woordafbreking
  • ge·bla·der·te
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘alle boombladeren’ voor het eerst aangetroffen in 1805 [1]
  • Afgeleid van blader (van blad met het invoegsel -er-) met het omvoegsel ge- -te. Deze combinatie van twee affixen vormt een onzijdig zelfstandig naamwoord dat een verzameling aangeeft. In dit geval de verzameling van de bladeren in een bladerdek.
enkelvoud meervoud
naamwoord gebladerte -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

gebladerte o

  1. een verzameling van bladeren van één of meer bomen
    • Vóór ik de vogel kon fotograferen verdween hij in het gebladerte. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gebladerte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord gebladerte -

Zelfstandig naamwoord

gebladerte

  1. gebladerte
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.